WALTERS J (1951) De Avifauna in Plan Tuinstad Slotermeer (Amsterdam-West) in de periode October 1948 tot October 1949. LIMOSA 24 (1): 12-26.
In het jaar van 31 October 1948 tot 31 October 1949 was ik in de
gelegenheid mijn onderzoekingen in de Sloterdijkermeerpolder en
zijn naaste omgeving voort te zetten (zie WALTERS 1949, a). Velen
ben ik hierbij wederom dank verschuldigd voor de hulpvaardigheid, mij. in aIle mogelijke opzichten betoond.
Speciaal moet ik de prettige samenwerking memoreren met de heren
R. VAN DELLEN, J. v. D. KAM en G. J. DE VRIES. De laatste maakte
ook de foto's, welke hierbij zijn opgenomen, waarvoor op deze
plaats nog mijn welgemeende dank.
De werkzaamheden in het terrein.
Wat in de periode van ult. October 1948 tot ult, October 1949 in
het land werd verricht, stelde aIle werkzaamheden, welke daarvoor hadden plaatsgevonden, in de schaduw.
Ca, 40 m brede kanalen ("cunetten") werden gegraven in het veen.
Grote hoeveelheden veenbagger kwamen hierbij vrij, welke werden
opgespoten in veenbaggerbergplaatsen. Bij terugkeer van de zuiger
in de Sloterdijkermeerpolder werd het daar reeds bestaande ca.
6 ha metende water door de zuiger verder uitgebreid tot een oppervlak van ca. 18 ha (met een lengte van meer dan een km en een
breedte van merendeels ongeveer 100 m).
De vrijkomende massa's kleihoudend zand werden opgespoten in
van te voren door draglines opgeworpen baggerputten en de gegraven kanaalgedeelten in het Zuidelijk deel van plan "Tuinstad
Slotermeer".
Tegelijkertijd werd, via een' persleiding vanuit de Minervahaven,
zand afkomstig uit Noordzeekanaal en Buiten II. opgespoten in de
in het Noordeliik deel van het plan gegraven kanalen. Tengevolge
van de opsluitingen en onvoldoende afwatering ontstond ten slotte
hier en daar geïnundeerd weiland. Al deze opspuitingen en inundaties hadden een grote veranderende
invloed op de avifauna, zowel in het broedseizoen (zie de hieronder
genoemde broedvogels) als daarbuiten (enorme toename aantallen
steltlopersoorten) .
Fuut Podiceps cristatus
Dodaars Tachybaptus ruficollis
Aalscholver Phalacrocorax carbo
Lepelaar Platalea leucorodia
Wintertaling Anas crecca
Smient Anas penelope
Pijlstaart Anas acuta
Tafeleend Aythya ferina
Kuifeend Aythya fuligula
Bruine Kiekendief Circus aeruginosus
Sperwer Accipiter nisus
Boomvalk Falco subbuteo
Slechtvalk Falco peregrinus
Meerkoet Fulica atra
Zilverplevier Pluvialis squatarola
Kleine Plevier Charadrius dubius
Kievit Vanellus vanellus
Kluut Recurvirostra avosetta
Kleine Strandloper Calidris minuta
Kemphaan Philomachus pugnax
Zwarte Ruiter Tringa erythropus
Groenpootruiter Tringa nebularia
Witgat = Witgatje Tringa ochropus
Wulp Numenius arquata
Regenwulp Numenius phaeopus
Grote Mantelmeeuw Larus marinus
Zilvermeeuw Larus argentatus
Kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus = Larus ridibundus
Visdief = Visdiefje Sterna hirundo
Zwarte Stern Chlidonias niger
Lachstern Gelochelidon nilotica
Houtduif Columba palumbus
Holenduif Columba oenas
Merel Turdus merula
Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus
Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros
Grasmus Sylvia communis
Tjiftjaf Phylloscopus collybita
Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus
Winterkoning Troglodytes troglodytes
Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata
Veldleeuwerik Alauda arvensis
Koolmees Parus major
Staartmees Aegithalos caudatus
Wielewaal Oriolus oriolus
Vink Fringilla coelebs
Keep Fringilla montifringilla
Frater Carduelis flavirostris
Groenling Carduelis chloris
Rietgors Emberiza schoeniclus
[gratis pdf] [english summary]
|