BAKKER D, STAM A (1950) Noordoostpolderbewoners, 8e bericht; broedseizoen 1949. LIMOSA 23 (3): 292-315.
Na het in 1941 droogvallen van de Noordoostpolder werd dadelijk begonnen met een onderzoek van de vogelbevolking van dit
4800 ha grote gebied. Tot 1947 werden jaarlijks de voorkomende
broedvoge1s beschreven, terwijl tevens enige aandacht aan het probleem del' vage1kolonisatie besteed werd (Ten Kate, 1941; J.
Muller, 1942, 1943, 1944; J. H. Muller, 1945; Van Leeuwen,
1947). In de jaren 1947 en 1948 bestand niet de ge1egenheid dit
onderzoek voort te zetten. Door de medewerking van een aantal
vogelkenners was het echter moge1ijk om voor het jaar 1949 weer
een overzicht van de in de Noordoostpolder voorkomende broed~
vogels te geven. De in de jaren 1947 en 1948 verzamelde gegevens
zijn eveneens in dit overzicht verwerkt, zodat toch nag enigszins
een aaneengesloten geheel met de vorige publicaties verkregen kon
worden. Te meer is dit van betekenis, daar de laatste jaren de
Noordoostpolder door de voortschrijdende ontginning, sterk van
karakter veranderd is, Dit laatste heeft niet nagelaten grote invloed
uit te oefenen op desamenstelling van de vogelbevolking.
De heren L. Duijff (D.), J. Grommers (G.), Dr C. G. B. Ten Kate (t. K.), P. Kelder en R. Nieuwenhuis (5.), J. A. F.
Kordion (Ko.), Ir B. Verhoeven (Ve.), S. De Vries (Vr.), D.
Van Der Zee (Z.) en Dr J. Zwarteveen (Zw.) verstrekten ons
gegevens, waarvoor wij hen op deze plaats dank zeggen. Bij de
bespreking van de broedvogels worden de achter deze namen
geplaatste letters gebruikt, om de herkomst van de waarnemingen
aan te duiden. Waarnemingen, waarachter de letter P. vermeld
staat, werden door de schrijvers zelf gedaan.
Aan het slot is een 'kaart van de Noordoostpolder toegevoegd,
waarop de dorpen, de wegen en de verkaveling aangegeven staan.
De Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken) stelde
deze kaart welwillend beschikbaar.
[gratis pdf] [english summary]
|