KRIJSVELD K (2009) Samenvattingen themadag Vogels en recreatie: Reacties van vogels op recreatie: waar. wanneer en hoe leidt recreatie tot verstoring?. LIMOSA 82 (1): 44-45.
Op basis van een literatuurstudie voor
Vogelbescherming Nederland zijn de
effecten van diverse vormen van recreatie
op vogels in kaart gebracht.
Hiervoor zijn 400 publicaties over onderzoek
naar de effecten van recreatie
op vogels bekeken (Krijsgsveld et al.
2008). De verstorende effecten die zijn
aangetoond zijn legio, en lopen uiteen
van fysiologische stressreacties tot gedragsveranderingen
zoals stoppen met
foerageren of vluchten, veranderingen
in verspreiding en dichtheid en verlaging
van broedsucces en overlevingskansen.
Op land zijn de effecten relatief beperkt.
Dicht bij wandel- en fietspaden
neemt de dichtheid en diversiteit van
broedvogels weliswaar af, maar de afstand
waarover dit gebeurt is beperkt.
Wanneer van paden wordt afgeweken
of wanneer de dichtheid aan paden te
groot wordt zijn de effecten disproportioneel
groter. Verreweg het grootste
verstorende effect treedt op door niet aangelijnde
honden. Op het water zijn
de effecten groter door een combinatie
van grote verstoringsafstanden (open
habitat), langduriger verstoring, grote
aantallen vogels en hoge recreatiedruk.
De grootste verstoring op water treedt
op door kitesurfers met hun onvoorspelbare
bewegingen van de kite hoog
in de lucht en hun geringe diepgang,
en door speedboten die veel geluid
produceren, in korte tijd grote afstanden
afleggen en eveneens onvoorspelbaar
over het water bewegen. Bij uitstek
op het water geldt daarentegen
dat effecten worden beperkt doordat
de grootste aantallen watervogels
voorkomen in het winterhalfjaar, terwijl
de waterrecreatie zich grotendeels beperkt
tot het zomerhalfjaar. Effecten
van boten in vaargeulen zijn beperkt
door hun voorspelbare gedrag, en vogels
in ondiepten weten zich veilig
voor boten met een grote diepgang.
Luchtrecreatie heeft van alle vormen
van recreatie de grootste verstorende
effecten in die zin dat de grootste percentages
vogels vluchten over de
grootste afstanden. Verstoring door
vliegtuigen duurt echter kort doordat
deze ook snel passeren en in die zin zijn
de effecten beperkt. Helikopters en
sportvliegtuigen veroorzaken de meeste
verstoring door – wederom – hun
onvoorspelbaarheid in voorkomen,
hun grote geluidsproductie en geringe
vlieghoogtes.
Grotere vogelsoorten vluchten op
grotere afstand dan kleinere soorten.
Ook in open habitat is de verstoringsafstand
groter. Niet alleen de verstoringsafstand
bepaalt echter de mate van verstoring,
maar ook verstoringsduur en
het aandeel van de aanwezige vogels
dat wordt verstoord. De ernst van een
verstoring komt niet alleen tot uiting in
vluchtgedrag. Vogels met jongen bijvoorbeeld
zullen niet gauw vluchten,
maar verstoring van deze vogels kan
wel resulteren in een lager broedsucces.
Bij het bepalen van verstoringsgevoeligheid
moet dus niet alleen rekening
worden gehouden met verstoringsafstanden,
maar ook met de kwetsbaarheid
van de vogel. Verstoringsgevoelig
zijn bijvoorbeeld broedende vogels, vogels
op trek en vogels die een habitat
gebruiken dat beperkt beschikbaar is.
Kustbroedvogels zoals Strandplevieren,
Bontbekplevieren en Dwergsterns vormen
een goed voorbeeld. Hun broedhabitat is slechts zeer beperkt beschikbaar
doordat vrijwel al onze stranden zijn
opengesteld voor recreatie. Zonder recreanten
schieten de broeddichtheid en
het broedsucces van deze soorten omhoog.
Dit geeft de ernst van verstoring
door recreatie voor deze soorten aan.
Het verstorende effect van recreatie
hangt dus af van de verstoringsgevoeligheid
van de vogel en van de intensiteit,
het type en gedrag van de verstoringsbron.
De kennis die door alle
studies beschikbaar is gekomen over
de effecten van recreatie op vogels kan
worden toegepast in beheer en inrichting
van natuurgebieden. Zo kan verstoring
van vogels worden beperkt en
kan de natuurwaarde van deze gebieden
gewaarborgd blijven.
[gratis pdf] [english summary]
|