Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

WYMENGA W (2010) Themadag 'Weidevogels tussen krimp en kramp': 'Te gast in een vervreemd landschap?'. LIMOSA 83 (4): 187-187.

In de planologie worden hoog- en laagdynamische gebieden onderscheiden om een zonering te kunnen aanbrengen in regio's waar economische ontwikkelingen prioritair zijn en daar waar dat niet het geval is. In de ecologie zijn er ook gebieden met een hoge en lage dynamiek, waarbij het hedendaagse agrarische cultuurlandschap een voorbeeld is van een hoogdynamisch landschap. Dat zijn gebieden met veel milieudynamiek tussen en soms zelfs binnen de seizoenen. In de reeks Scholekster - Kievit – Grutto - Tureluur - Watersnip - Kemphaan zien we een opmerkelijke variatie in reproductie- en defensiestrategie. Passend bij een hoogdynamisch landschap heeft de opvallende Scholekster een open nest dat maximaal wordt verdedigd. Bij de in laagdynamische gebieden (venen en toendra 's) broedende Kemphaan zijn de broedtaken daarentegen gedeeld, is het vrouwtje onopvallend, en wordt het goed verstopte nest niet verdedigd. Andere soorten zitten daar tussenin. De soorten van hoogdynamische landschappen hebben de capaciteit tot vervolglegsels en broeden vaker semikoloniaal. Dat laatste gebeurt alleen onder omstandigheden met weinig grondpredatie, zoals op eilanden of bij veel overstromingen. In Friesland stonden tot in de jaren zestig jaarlijks duizenden hectaren grasland onder water. Er was relatief weinig predatie door de grote openheid van het landschap, de geregelde overstromingen (weinig muizen!) en de stevige jacht of stroperij op predators. Waren de zeer hoge weidevogeldichtheden van toen een vorm van semikoloniaal broeden als uiting van een weidevogellandschap optima forma? De overstromingen van toen hebben plaatsgemaakt voor de agrarische hyperdynamiek van van nu, met maïsakkers, stalvoedering en een nog voedselrijker landschap. Er is sprake van verdichting en verruiging, met als resultaat een aanmerkelijk hogere predatiedruk dan in het verleden. De destijds succesvolle broedstrategieën hebben nu nauwelijks meer resultaat. De typische weidevogelniche lijkt daarmee zo goed als verdwenen. Met dit concept als leidraad is wellicht de beste strategie om weidevogels te beschermen het terugvallen op de planologie. Wijs laagdynamische weidevogellandschappen aan: grotere aaneengesloten en zeer open gebieden met een deel hoge waterpeilen en een groot aandeel aan matig intensief en extensief landgebruik. Daarmee richten we ons niet alleen op Grutto 's maar op de hele weidevogelgemeenschap.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 83.4 2010
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster