(2011) Recensie: Finlayson C, 2011. Avian survivors The history and biogeography of Palearctic birds. LIMOSA 84 (4): 180-184.
Avian survivors
The history and biogeography of Palearctic birds
Finlayson C. 2011. T & AD Poyser (A & C Black).
ISBN 9780713688658. Harde kaft, 320 pagina's
In dit boek beschrijft de auteur de oorsprong
van de huidige Palearctische avifauna,
en dan met name de factoren die er
voor hebben gezorgd dat bepaalde families,
genera en soorten hebben kunnen
overleven in de afgelopen miljoenen jaren.
In feite begint het boek (in een razend interessant
inleidend hoofdstuk) bij het moment dat een asteroïdeninslag een eind
maakt aan het tijdperk van de dinosauriërs.
De auteur toont aan dat de Palearctische
avifauna zich al ver voor de ijstijden van
pakweg de laatste twee miljoen jaar had
gevestigd, en dat deze al tijdens de roerige
tijdperken mioceen en plioceen (waarin
koude en warme perioden elkaar in rap
tempo opvolgden) geleidelijk hun tegenwoordige
verscheidenheid had ontwikkeld.
Het ontstaan van barrières voor soortvorming
en verspreiding (zoals het Tibetaanse
plateau en de Sahara) waren in dat opzicht
belangrijk, maar ook de geschiedenis en
toeval speelden hierbij een grote rol. Een
aantal eigenschappen van de vogels in
kwestie waren verder bepalend voor hun
overleving. De auteur richt zich wat dat betreft
op bioclimatic tolerance (gevoeligheid
ten opzichte van temperatuur en vochtigheidsgraad),
habitat en trekgedrag . Van
alle Palearctische soorten heeft hij de vogels
ingedeeld in categorieën die aangeven in
welke mate een soort is aangepast (specialist
of generalist) aan deze factoren. Mogelijk
dat deze eigenschappen ook in deze tijd van
voortschrijdende klimaatverandering soorten
kunnen helpen overleven, maar daarover
verderop meer.
Per soort wordt een poging gedaan te
kwantificeren hoe deze tot nog toe heeft
kunnen overleven, en de huidige verspreiding
heeft kunnen bereiken, aan de hand
van de genoemde bioklimatische eigenschappen.
Daaruit blijkt o.a. dat soorten die
de eerste ijstijden overleefden, hierop wel
degelijk waren toegerust. Het merendeel
van deze vogels is nu dus nog steeds onder
ons, dat zijn de avian survivors.
Clive Finlayson is vooral bekend door zijn
werk aan (trek)vogels van Gibraltar, maar
door zijn interesse voor archeologie heeft
hij ook belangrijke ontdekkingen gedaan op
dat vlak; wat op zijn beurt uiteindelijk weer
leidde tot onderhavige titel. Zo ringde hij er
Rotszwaluwen in dezelfde grot waar fossiele
resten van deze soort werden aangetroffen
van 40.000 jaar daarvoor, en resten van
Blauwe Eksters die aantoonden dat de Iberische
populatie dus niet door mensenhand
vanuit Oost-Azië in Spanje en Portugal terecht
is gekomen zoals lang werd gedacht.
Het boek is tamelijk saai uitgevoerd, wat
misschien ook wel enigszins inherent is aan
het onderwerp. Niet dat biogeografie op zich
saai is, maar behalve grafieken is er bijna
geen andere manier om het te verduidelijken.
Af en toe een kaart had één en ander
waarschijnlijk toch beter tot uitdrukking kunnen
brengen. Midden in het boek bevindt
zich een sectie (soms matige) foto's, veelal
van de hand van de auteur, van een aantal
vogelsoorten waarbij de bijschriften onderwerpen
uit de betreffende soortteksten aansnijden.
Dit deel dient vooral om het boek
wat op te leuken, want de toegevoegde
waarde van de afbeeldingen op zich is verwaarloosbaar.
De laatste drie hoofdstukken bieden een
samenvatting van de geschiedenis van klimaat
en vogels van de Palearctische avifauna,
nadere uitleg van principes die de
huidige verspreiding van deze vogelwereld
verklaren en een hoofdstuk over de gevolgen
van klimaatverandering zoals deze zich
momenteel openbaart (en in de toekomst
zal openbaren). In dat laatste deel waagt de
auteur zich niet aan het voorspellen van
(doem-)scenario's, maar komt hij tot de conclusie
dat de soorten die tot nu hebben overleefd
ook de huidige klimaatverandering zullen
doorstaan. Al zullen de verspreidingen
natuurlijk (weer) gaan veranderen. Een andere
factor, en eentje die niet is meegenomen
in de hoofdtekst van het boek, is de
druk van de mens. Deze zal volgens de auteur
een grotere rol spelen dan veranderingen
in het klimaat en volgens zijn mening is
dat de echte bedreiging voor biodiversiteit,
en een factor die door de discussie rond klimaatverandering
naar de achtergrond dreigt
te verdwijnen. Het boek wordt afgesloten
met twee tabellen, respectievelijk een samenvatting
van de soortteksten en de vastgestelde
fossiele vondsten van Palearctische
vogelsoorten uit het Pleistoceen, een uitgebreide
literatuurlijst en een index.
Voor studenten (en andere geïnteresseerden)
van biogeografie, soortvorming bij
vogels en geschiedenis (en/of een combinatie
van die drie) is dit boek van harte aan
te bevelen. Het biedt een interessante kijk op
deze onderwerpen. Daarnaast heeft het
boek voor velen wel iets te bieden, als het
gaat om de ontstaans- en verspreidingshistorie
van de vogelsoorten die we om ons
heen aantreffen. Of en hoe ze de klimaatgerelateerde
bedreigingen van de komende
tijd weten te overleven is dan weer een onderwerp
voor een vervolg.
Recensie van Gert Ottens
[gratis pdf] [english summary]
|