KLEEFSTRA R (2010) Monitoring van ganzen op slaapplaatsen in het centrale merengebied van Friesland. LIMOSA 83 (4): 160-167.
Friesland is de ganzenprovincie bij uitstek. Jaarlijks is
deze provincie goed voor ruim 40% van alle doortrekkende
en overwinterende ganzen in ons land. Hoe die
vogels zich 's nachts verdelen over slaapplaatsen op de
Friese plassen en meren en zelfs waar al die slaapplaatsen
liggen, is nagenoeg onbekend. Al twaalf jaar achtereen
worden de slaapplaatsen van ganzen rond de
centrale Friese meren in het winterhalfjaar maandelijks
onderzocht. Dat leidde tot een gegevensreeks die duidelijk
maakt hoe belangrijk de regio voor overnachtende
ganzen is. Natura 2000-doelstellingen berusten inmiddels
op deze slaapplaatsgegevens en de tellingen
zijn een mooi voorbeeld van een provinciaal vrijwilligersinitiatief
dat landelijk navolging mag krijgen.
Toen in 1998 de aanwijzing van Nederlandse natuurgebieden
onder de Europese Vogelrichtlijn speelde, werd duidelijk dat
er geen actuele gegevens beschikbaar waren over slaapplaats
concentraties van ganzen binnen de grenzen van de
aan te wijzen gebieden. Op basis van SOVON-tellingen van
foeragerende ganzen rond 'wetlands' was er alleen kennis
van wat zich overdag in de omgeving van mogelijke slaapplaatsen
aan ganzen ophield, samengevat in Koffijberg et al.
(1997). Dit was voor de Fryske Feriening foar Fjildbiology
(FFF) reden om in november 1998 aan te vangen met slaapplaatstellingen
in het centrale merengebied van Friesland
(Kleefstra et al. 2002). Deze tellingen worden tot op de dag van
vandaag uitgevoerd en werden in de loop der jaren uitgebreid
met tellingen elders in de provincie, wat leidde tot het ontstaan
van de 'FFF-Slaapplaatsentelgroep Fryslân'. Het slaapplaatsenonderzoek
sloot aan op enkele lopende lokale slaapplaatstellingen
van ganzen in Friesland, zoals langs de Friese
IJsselmeerkust (Hooijmeijer et al. 2010), bij de Groote Wielen
(Nijland 1999) en in het Fochteloërveen (Feenstra 1998).
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|