HULSCHER JB (2006) Sexratio en leeftijdssamenstelling bij overwinterende Smienten nabij Haren, Groningen. LIMOSA 79 (2): 41-52.
Bij de meeste eendensoorten houden mannen en vrouwen er
een deels gescheiden leefwijze op na. Vrouwen broeden de legsels
uit en brengen de jongen groot. De mannen bevinden zich
dan reeds op speciale ruiplaatsen en vertrekken eerder richting
winterkwartier. Overwinteringsgebieden liggen bij vrouwen en
eerstejaars vogels doorgaans op zuidelijker breedte. Verschillen
in energiehuishouding en in dominantie tussen de beide seksen
worden als de belangrijkste oorzaken voor deze verschillende
strategieën genoemd. Aan de hand van tellingen en geslachtsbepalingen
bij Smienten wordt bekeken in hoeverre deze theorie
ook bij de in Nederland overwinterende vogels opgaat.
Dat alles kost een enorme inspanning en we willen
hierbij ook graag enthousiaste leden betrekken.
Twee werkgroepen zullen zich richten op deze
reclame-acties. Een commissie werft vooral in
het binnenland, de andere op de internationale
markt.
Bij eenden wordt de lokale seksratio bepaald
door verschillen tussen de seksen in broedzorg
en in de keuze van het overwinteringsgebied.
Mannen kennen geen broedzorg; ze verlaten
doorgaans hun vrouwen zodra deze met broeden
beginnen en verzamelen zich dan op speciale
ruiplaatsen. Zodra de nieuwe vleugelpennen
zijn uitgegroeid trekken ze weg. De
vrouwen ruien pas wanneer de jongen vliegvlug
zijn. Bij veel eendensoorten van het noordelijk
halfrond blijkt het percentage mannen in de
noordelijke delen van de overwinteringsgebieden
hoger te zijn dan dat van vrouwen
(Lebret 1950, Bezzel 1959, Zwarts 1969, van
der Wal & Zomerdijk 1979, Sayler & Afton 1981,
Zomerdijk 1981, Campredon 1983, Owen & Dix
1986, Marsden & Sullivan 2000). Voor dit verschijnsel
zijn twee verklaringen naar voren gebracht:
de koudestresshypothese en de dominantiehypothese.
Bij de koudestresshypothese
is de redenering dat de mannen, die groter zijn
dan de vrouwen, bij lage temperaturen verhoudingsgewijs
minder energetische kosten
maken. De vrouwen zouden daarom beter zuidelijker
kunnen gaan overwinteren, waar het
doorgaans warmer is en de overlevingskans
groter. Bij de dominantiehypothese wordt er van
uitgegaan dat de grotere mannen bij competitie
om voedsel dominant zijn over de vrouwen. In
tijden van voedselschaarste, wat verondersteld
wordt in de winter geregeld op te treden, zouden
de vrouwen worden verdrongen naar suboptimale
voedselgebieden in de regio of naar
zuidelijker gelegen overwinteringsplaatsen. De
twee hypothesen sluiten elkaar niet uit en kunnen
eventueel beide hun invloed uitoefenen op
de verspreiding van de seksen (Sayler & Afton
1981).
De Smient Mareca penelope voldoet aan de
uitgangspunten van beide hypothesen. Ten eerste
zijn de gewichten van in Sleeswijk-Holstein
en Nederland overwinterende (oktober-januari)
adulte vrouwen 10% lager dan van adulte mannen
en de gewichten van juveniele mannen en
juveniele vrouwen zijn respectievelijk 9% en 6%
kleiner dan van hun adulte seksegenoten (Rijnsdorp
1986, Brunckhorst 1996). Ten tweede
overwinteren de kleinere wijfjes en juveniele
mannen gemiddeld zuidelijker dan de grotere
adulte mannen. Campredon (1983), die de
seksratio- en leeftijdsverdeling in de belangrijkste
overwinteringsgebieden van Noord-Nederland
tot Noord-Marokko onderzocht, vond een
positief verband tussen het percentage adulte
mannen in de populatie en de breedtegraad.
Het aandeel vrouwen (adult en juveniel) en ook
het percentage juveniele mannen bleek juist af
te nemen met een toenemende breedtegraad.
Terugmeldingen van geringde dieren bevestigen
dit verspreidingspatroon. Van de in
Nederland en Groot-Brittannië geringde Smienten
werden de vrouwen gemiddeld zuidelijker
teruggemeld dan de mannen (Perdeck & Clason
1983, Owen & Mitchell 1988).
De Smient is een talrijke overwinteraar in de
omgeving van mijn woonplaats Haren (Gr). Dit
deed mij besluiten een seizoen lang seksratiotellingen
te doen en na te gaan hoe mijn waarnemingen
passen bij het algemene trekbeeld
van de Smient en bij de argumenten pro en contra
de koudestress- en dominantiehypothese.
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|