LENSINK R, CAMPHUYSEN K & LEOPOLD M (2002) Falls, een risico voor een vliegveld in zee. LIMOSA 75 (3): 128-129.
Themadag 'Vogels en grootschalige nieuwe infrastructuur'
Door de Directie Noordzee van Rijkswaterstaat
is, binnen het raamwerk van Ontwikkeling Nationale
Luchtvaart, onderzoek gestart naar de relatie
tussen vogels en vliegveiligheid op een mogelijk
aan te leggen nieuwe luchthaven op een
eiland in de Noordzee. Om risico's van aanvaringen
tussen vogels en vliegtuigen te kunnen
inschatten, richt het onderzoek zich primair op
risicosoorten en risicovol gedrag. Een van de risicovolle
gedragsaspecten is een fall van trekvogels.
Een fall is de plotselinge aankomst van
grote aantallen trekvogels in een gebied, vaak
op de kust of een eiland, waarbij slecht weer
veelal de oorzaak is voor het neerstrijken van de
vogels. In deze studie zijn feiten bijeengebracht
over de frequentie waarmee en de omstandigheden
waaronder falls optreden en de soorten
die erbij betrokken kunnen zijn. Daarbij is gebruik
gemaakt van bestaande gegevensbronnen:
tellingen van dode vogels op stranden,
trektellingen vanaf platforms, tellingen van vogels
op en boven zee, ringvangsten te Castricum
en op Helgoland, gevonden slachtoffers
op lichtschepen, tellingen van zichtbare vogeltrek
over Nederland en literatuur.
Sterke trek vindt veelal onder gunstige weersomstandigheden
plaats (helder, weinig bewolking,
droog, meewind) terwijl de trek bij slecht
weer minimaal is. In het najaar is de sterkste trek
te verwachten na de passage van een front en
langs de oost- en zuidflank van een hogedrukgebied.
Rond de zuidelijke Noordzee lijken falls
vooral samen te vallen met gunstig weer in het
gebied van vertrek (Scandinavië) en slecht
weer boven het midden of zuiden van de Noordzee.
Falls kunnen plaatsvinden in een gebied
met slecht weer (in het front) of goed weer (achter
het front). Een variabel deel van de neerstrijkende
vogels verkeert in slechte conditie, waardoor
de verblijfsduur op de aankomstplaats
sterk kan variëren.
Falls lijken beperkt te zijn tot de trektijd: grote
aantallen dode vogels op stranden en lichtschepen
alsmede sterke trek van zangvogels over
zee zijn uitsluitend in voor- en najaar vastgesteld.
Lijsterachtigen, Spreeuwen Sturnus vulgaris,
vinken en kleine zangertjes zijn de meest
gemelde soorten in de geraadpleegde databases.
In strandvondsten en in waarnemingen
vanaf schepen en platforms domineren de grotere
soorten, op lichtschepen en op ringstations
werden ook de kleinere soorten aangetroffen.
Niettemin komt het soortenspectrum tijdens falls
overeen met wat volgens de literatuur de meest
talrijke soorten in de trek over de Noordzee zijn
in de betreffende perioden.
In de literatuur is een aantal falls gedocumenteerd.
Hiervan zijn er drie ook in de geraadpleegde
datasets terug te vinden: in najaar
1978, 1982 en 1988. Deze falls waren grootschalig
en konden rond de gehele zuidelijke
Noordzee worden opgemerkt. Ze vielen samen
met gunstige weersomstandigheden boven
Zuid-Scandinavië en een frontpassage vanuit
het zuidwesten over de Noordzee. Ook bij kleinschalige
falls kunnen echter grote aantallen vogels
betrokken zijn. Uit de geraadpleegde datasets
komen deze nauwelijks naar voren omdat
ze in het veld alleen worden opgemerkt als
waarnemers op het goede moment op de juiste
plaats zijn. Al met al lijken falls ieder jaar enkele
malen ergens in de zuidelijke Noordzee plaats
te vinden. Daarbij zijn de schaal en/of omvang
in de meeste gevallen beperkt (>10 000 vogels),
maar vrijwel ieder jaar is er kans op een
grote fall, zowel in aantal als in schaal
(>100 000 vogels).
In een donkere omgeving kunnen verlichte
objecten grote aantallen vogels aantrekken, zoals
blijkt uit waarnemingen bij vuurtorens, lichtschepen
en platforms. Vooral in situaties met
laaghangende bewolking, slecht zicht of neerslag,
en rond nieuwe maan kan dit tot omvangrijke
vliegbeweging rond de verlichtingsbron leiden.
Verlichting is daarmee een complicerende
factor, die de omvang van een fall zou kunnen
versterken. Voor de nabije toekomst is verder
onderzoek gewenst naar de schaal en frequentie
van falls in relatie tot grootschalige en lokale
weersfactoren.
[gratis pdf] [english summary]
|