Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KLEEFSTRA R (2001) Slaapplaatstellingen van ganzen in Friesland: 1+1=2000. LIMOSA 74 (4): 160-161.

In het najaar van 1998 is op eigen initiatief van de spreker begonnen met het uitvoeren van slaapplaatstellingen van ganzen (en zwanen) in Friesland. Daarbij vormen het Sneekermeergebied, de Terkaplester Poelen en de Witte en Zwarte Brekken vaste monitoringgebieden en worden jaarlijks tevens in zes of meer additionele slaapplaatsen ganzen geteld. In de periode van 1 oktober tot eind maart worden de gebieden eenmaal per twee/ drie weken geteld. Tot en met het winterseizoen 2000/2001 zijn zo'n twintig Friese gebieden onderzocht.
      De resultaten van deze tellingen, vooralsnog alleen gepubliceerd in FFF-rapporten, hebben onder andere bijgedragen aan de aanwijzing van watervogelgebieden onder de EU-Vogelrichtlijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor het wetland Oudegaasterbrekken. Bovendien wijzen de nieuwste gegevens uit dat meer gebieden zich kwalificeren voor de Vogelrichtlijn dan nu zijn aangewezen, waaronder het Heegermeer en de Idzegaasterpoel.
      De slaapplaatstellingen hebben voor veel gebieden en ganzensoorten nieuwe inzichten opgeleverd. Een goed voorbeeld daarvan is de Kleine Rietgans en de gebieden waar deze soort voorkomt op slaapplaatsen. In vergelijking met gegevens uit eind jaren zeventig lijken grote veranderingen te zijn opgetreden in voorkomen en verspreiding. Destijds stond bijvoorbeeld de Oudegaasterbrekken bekend als slaapplaats van matig belang voor de Kleine Rietgans. De nieuwe tellingen wijzen uit dat dit nu de belangrijkste slaapplaats is in Friesland, waar regelmatig de 1%-norm 50 maal wordt overschreden. Ook wordt de soort met regelmaat vastgesteld op slaapplaatsen in het midden van de provincie, waaronder het Sneekermeergebied. Ook in de jaren tachtig zijn slaapplaatstellingen uitgevoerd door de FFF. Ten opzichte van deze tellingen zijn tevens grote veranderingen opgetreden. Treffend voorbeeld is het gebied van de Terkaplester Poelen waar voor de jaren tachtig een maximum van 10-15 000 Koiganzen werd opgegeven. Aan de hand van de nieuwe tellingen is een maximum van maar liefst 65 000 vastgesteld.
     Het tellen van slaapplaatsen in met name het midden en zuidwesten van Friesland heeft met ingang van dit seizoen navolging gekregen. Zo zullen in dit winterseizoen simultaan slaapplaatsen van Kleine Rietganzen in zuidwest Friesland geteld worden. Aanvullend gaat dit winterseizoen speciale aandacht uit naar gebieden die niet gekwalificeerd zijn onder de EU-Vogelrichtlijn, zoals de laagveenmoerassen Rottige Meenthe, Brandemeer en Oosterschar en de meren Groote Brekken en Tjeukemeer.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 74.4 2001
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster