Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

FOPPEN R & RIEN R (1996) De Fitis Phylloscopus trochilus in de problemen, Afrika in het spel?. LIMOSA 69 (2): 51-56.

Fitis Phylloscopus trochilus Vaak wordt de interesse voor een vogelsoort gewekt als zich aantalsveranderingen voordoen. Men gaat dan op zoek naar factoren om deze te verklaren. In ons land zijn vooral de monitoringmeetnetten van SOVON geschikt om aantalsveranderingen op te sporen. Bij soorten die jaarlijks sterk in aantal fluctueren is een duidelijke trend moeilijker vast te stellen dan bij soorten die een stabiel en dus een meer voorspelbaar verloop in de aantallen laten zien. Tot die laatste soarten kan de Fitis worden gerekend. De index van de Britse Common Birds Census (CBC), een monitoringprogramma voor algemene broedvogels, vertoont in 1962-88 behoudens lichte schommelingen een zeer stabiele lijn, zeker in vergelijking met de meeste andere soorten (Marchant et al. 1990). Fenno-Scandinavische populaties blijken wat meer schommelingen te vertonen, maar eveneens in aantal gelijk te blijven (overzicht indexen Zweden, Finland en Denemarken in Hustings 1992). Lokaal wordt sams een geleidelijke achteruitgang geconstateerd, maar deze kan meestal worden verklaard door biotoopverandering, bijv. vegetatiesuccessie (o.a. Tiainen 1983). Uit het materiaal voor de Europese broedvogelatlas (gegevens European Bird Census Committee) blijkt dat er aIleen noemenswaardige aantalsveranderingen worden gemeld uit de Zuideuropese landen die aan de areaalgrens liggen en waar de soort zeldzaam is. Gezien het voorgaande is het des te opvallender dat sinds 1990-91 een plotselinge en vrij sterke afname van de broedpapulatie in verschillende landen wordt vastgesteld, waaronder Groot-Brittannie (Marchant & Balmer 1993), Nederland (van Dijk et ai. 1994), Duitsland (Flade 1995) en Denemarken (Jacobsen 1994). Hebben we te maken met een 'normale' fluctuatie en zal er spoedig weer herstel optreden? Is het voortplantingsresultaat, onder invloed van bijv. het weer, de laatste jaren laag? Komen er minder dieren terug uit de overwinteringsgebieden? In dit artikel wordt nader ingegaan op een aantal mogelijke oorzaken voor de geconstateerde achteruitgang. Hierbij wordt geput uit recent populatie- onderzoek waarbij jaarlijks o.a. gegevens zijn verzameld over broedsucces en sterfte.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 69.2 1996
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster