Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

WINDEN J VAN DER, HAGEMEIJER W, HUSTINGS F & NOORDHUIS R (1994) Hoe vergaat het de Krooneend Netta rufina in Nederland?. LIMOSA 67 (4): 137-146.

De belangrijkste broedgebieden van de Krooneend liggen in de Centraal-Aziatische republieken van de voonnalige Sovjet-Unie. In Kazachstan, Oezbekistan en Turkmenistan broeden tienduizenden paren. In Europa is de 800rt veel schaarser. De grootste broedpopulaties worden aangetroffen in Rusland, Roemenie en Spanje (Cramp & Simmons 1977). Buiten de broedtijd worden vooral rond de Zwarte Zee en Middellandse Zee grotere aantallen aangetroffen (Rose & Taylor 1993, Rose & Scott 1994). In het begin van deze eeuw yond een uitbreiding plaats van het broedgebied in westelijke en noordelijke richting. In 1942 werd het eerste zekere broedgeval in Nederland vastgesteld. Sindsdien vonnt ons land (met Denemarken en NoordDuitsland) de noordwestgrens van het verspreidingsgebied. De broedvogelaantallen zijn sinds de vestiging echter nooit hoog geweest. Ook buiten de broedtijd wordt de 800rt doorgaans in bescheiden aantallen gezien. Een uitzondering wordt gevonnd door de jaren vijftig en begin jaren zestig, toen er vele honderden (soms zelfs meer dan 1000) werden waargenomen op het Zwarte Meer en Veluwemeer (Timmennan 1962, Teixeira 1979, SavaN 1987). Medio jaren tachtig waren er geluiden te horen als zou de soort het als broedvogel zeer slecht doen in ons land. Eind jaren tachtig kwamen er echter berichten over forse aantallen op sommige wateren. De behoefte aan een overzichtspublikatie werd dan ook urgent. In 1985 startte SOVON een onderzoek naar aantallen en trends van zeldzame en schaarse broedvogels in Nederland, het Bijzondere Soorten Project (BSP) broedvogels. Het doel was om deze soorten zo mogelijk jaarlijks integraal te inventariseren. In 1989 werd een vergelijkbaar onderzoek gestart naar zeldzame niet-broedvogels (BSP niet broedvogels). De Krooneend staat in beide projecten op de lijst van te onderzoeken soorten. Het Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA) onderzocht in 1993 de relatie tussen kranswieren en Krooneenden in de Gouwzee (Ruiters et ai. 1994); tevens coordineerde dit instituut drie tellingen van de belangrijkste gebieden in het najaar van 1993. Deze vier projecten leverden voldoende materiaal om de recente aantalsontwikkelingen nader te bezien. Krooneend Netta rufina

[gratis pdf] [english summary]



limosa 67.4 1994
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster