BEKHUIS J, NIENHUIS J, WYMENGA E, BEEMSTER N & BEUSEKOM R VAN (1993) Opmars van de Buidelmees Remiz pendulinus in Nederland in de periode 1988 - 1992. LIMOSA 66 (3): 97-106.

Buidelmezen breiden hun areaal in westelijke richting uit. Bij de expansie worden twee routes gevolgd, een noordelijke vanaf de monding van de Oder door de Noordduitse laagvlakte en een Middeneuropese waarbij de Donau als belangrijke corridorfungeert( Fladeetal.1986, Valera et al. 1990). Niet alleen op onze breedtegraad maar ook langs de kust van het Middellandse-Zeegebied en op het Iberisch Schiereiland verkeert de Buidelmees in een periode van expansie (Isenmann 1987, Valera et al. 1990). Toen Nederland vanaf 1981 werd gekoloniseerd, na een aantal broedpogingen in de jaren zeventig, was niet Centraal Europa, het achterland van onze grote rivieren, de uitvalsbasis, maar voltrok de uitbreiding zich vanuit de Noordduitse laagvlakte (Flade et al. 1986). De eerste Nederlandse broedgevallen werden in de noordelijke provincies vastgesteld, waarna al snel moerasrijke regio's elders werden gekoloniseerd, zoals Flevoland en sommige uiterwaardgebieden langs de grote rivieren. De vestiging in het begin van de jaren tachtig en de ontwikkeling tot en met 1987 zijn reeds beschreven in dit tijdschrift. Met enige slagen om de arm in verband met de klimatologische gesteldheid, werd de Buidelmees in ons land een gouden toekomst in het vooruitzicht gesteld (SOVON 1988). In dit artikel willen we de balans opmaken voor de periode 1988-92, nu de soort het tweede decennium ingaat als vaste broedvogel in Nederland. Buidelmees Remiz pendulinus

[gratis pdf] [english summary]