NOLET BA (1988) Broedsucces van enige kustvogels in een zilvermeeuwenkolonie. LIMOSA 61 (2): 79-84.

Aan het einde van de jaren vijftig en in het begin van de jaren zestig werd als gevolgvan lozingen van pesticiden een scherpe daling van het aantal broedvogels geconstateerd bij Eidereend Somateria mollissima, sterns Sterna spec. (Koeman 1971) en Zilvermeeuw Larus argentatus (Spaans 1980). In tegenstelling tot een duidelijk herstel van Eidereend en meeuwen, herstelden de meeste sterns zich in de jaren zeventig en tachtig minder sterk (o.a. Smit & Wolff 1980, Smit et al. 1981). Dit wordt weI geweten aan concurrentie om nestplaatsen met Zilvermeeuwen (vgl. Jespen 1975, Spaans 1983). Anderen noemen als negatieve factor het afgenomen broedsucces door predatie van eieren en kuikens door Zilvermeeuwen. Dergelijke predatie van eieren en kuikens is echter ook vaak waar te nemen bij soorten als Eidereend en Scholekster Haematopus ostralegus (o.a. Abrahamse & Luitwieler 1983) die weI in aantal zijn toegenomen. Om een beter inzicht te krijgen in de achtergrond van de populatie-ontwikkelingen werd in 1986 het broedsucces van Eidereend, Scholekster, Zilvermeeuw,. Visdief Sterna hirundo en Noordse Stern S. paradisaea in en rond een zilvermeeuwenkolonie bepaald. ##### Eider # Eidereend Somateria mollissima Zilvermeeuw Larus argentatus Scholekster Haematopus ostralegus Visdief = Visdiefje Sterna hirundo Noordse Stern Sterna paradisaea = Sterna macrura

[gratis pdf] [english summary]