ZIJLSTRA M (1987) Bruine Kiekendief Circus aeruginosus in Flevoland in de winter. LIMOSA 60 (2): 57-62.
De Bruine Kiekendief is in het Westpalearctische deel van zijn verspreidingsgebied grotendeels trekvogel. Regelmatig overwinteren in MiddenEuropa is aIleen bekend uit de kuststrook van maritieme Westeuropese landen en dan vooral uit Nederland (Glutz von Blotzheim et at. 1971, Cramp & Simmons 1980). Om welke aantallen het gaat, wordt niet nader aangegeven. Cramp & Simmons (1980) spreken slechts van a few. De CNA (1970) noemt de soort in ons land wintervogel in klein aantal, dat is 500-5000 exemplaren. Schipper et at. (1975) zagen echter geen kans in de winters van 1969/1970 - 1971/1972 in Flevoland een vergelijkende studie aan de Bruine Kiekendief en Blauwe Kiekendief Circus cyaneus uit te voeren door het geringe aantal Bruine Kiekendieven. Deze verschillen vormden de aanleiding om in Flevoland, een van de belangrijke broedgebieden voor kiekendieven binnen Nederland (Schipper 1973a, figuur 1), de aantallen in de winter te tellen. Over de oecologie van de soort in de winter is in Nederland weinig vastgelegd (vgl. Schipper et at. 1975).
[gratis pdf] [english summary]
|