VRIES D (1937) Oölogische en nidologsiche mededeelingen, 1937, 1. Boerenzwaluwen, Houtduif, Drieteenmeeuwen, Waterhoen. LIMOSA 10 (1): 71-72.
6-Legsels hij hoerenzwaluwen, Hirundo r. rustica L.
In dit tijdschrift, 9, 1936, p. 137, berichtte de Vries als merkwaardigheid
de vondst van een 6-legsel van de boerenzwaluw in een paardenstal
te Hallum op 28 Juli j.1. Naar aanleiding van dit bericht kan ik mededeelen,
dat door mij op 17 Augustus te IJsselmuiden 6 jongen van deze
soort in een nest werden aangetroffen. Bij het doorbladeren van mijnringlijst
duplicaten over de jaren 1931 en 1932, in welke jaren een aantal
jonge boerenzwaluwen door mij in de omgeving van Kampen werden geringd,
ontdekte ik nog een aantal 6-broedsels, nl. op 8 Juni 1931: 1;
15 Juni 1931: 2; 15 Juni 1932: 1; 23 Juni 1932: 1; 2 Juli 1932: t;
9 Juli 1932: 1 en 11 Augustus 1932: 2. Nesten met 5 jongen komen dikwijls
voor en aangezien bij het ringen der nestjongen herhaaldelijk niet uitgekomen
eieren voor den dag komen, is het lang niet uitgesloten, dat zich
hieronder oorspronkelijk nog meerdere 6-legsels hebben bevonden. In
verband met het bovenstaande, en gelet op de mededeeling van de Vries,
benik van meening dat het voorkomen van 6-legsels bijboerenzwaluwen
Minder zeldzaam voorkomt, als algemeen wel wordt aangenomen.
4 of 5 eieren zijn bij de boerenzwaluw normaal. Legse1s van 2, 3 en 6 komen
soms voor, terwijl er een heel enke1e maal van 7 en zelfs van 8 eieren zijn geconstateerd.
Winterhroedsel van de houtduif, Columba p. palumbus L.
Op 5 Januari 1937 zag ik te Arnhem onder enkele adulte exemplaren een
nog geheel juveniel exemplaar van de houtduif. Ardea, 22, p. 78 vermeldt
een juveniel exemplaar, waargenomen 8 Jan. 1933
November-Iegse1s van de houtduif zijn meermalen geconstateerd. De broedtijd
duurt ca. 21/2 week, 4 weken na de geboorte zijn de jongen tot vliegen in staat.
61/2 week na medio November is begin Januari
Het broeden van drieteenmeeuwen, Rissa tr. tridactyla (L.), op
pakhuis-kozijnen..
In dit tijdschrift, 9, 1936, p. 148, bericht Dr H. W. van Rhijn, in 1936,
broedende drieteenmeeuwen te hebben aangetroffenopkozijnen van pakhuizen
te Aalesund in Noorwegen. In de Ornithologische Monatsberichte,
45, p. 24, haalt Prof. S t res e man n deze merkwaardige mededeeling
aan. In aansluiting op die waarneming kan ik nog het volgende opmerken.
Bij mijn bezoek in November 1935 te Londen aan de International
Exhibition of Nature Photography in het British Museum (Nat. History),
viel rnijnoog op een foto van J. Petersen, getiteld, "Kittiwakes nesting
on window ledges. (Norway)". De foto stelde eenige hooge pakhuizen
voor, waar tientallen broedende drieteenmeeuwen koloniegewijs op
de kozijnen hun nesten hadden. Of die foto 66k te Aalesund, dan wel in
Trondhjem of Bergen opgenomen was, durf ik niet met zekerheid te
zeggen, dacht echter te Bergen. Naar het groot aantal nestelende vogels
te oordeelen, kreeg ik wel den indruk dat het geen nieuwe broedplaats
betrof. Mogelijk bestaat die manier van broeden in Noorwegen reeds lang,
maar is er nooit voldoende aandacht aan geschonken.
Pulli van het waterhoen, Gallinula chi. chloropus (L.), inS e ptember.
Op 12 September zag ik nog een waterhoen met een zeer klein jong. Is
dat ook erg laat?
Het waterhoen maakt soms drie broedsels. De eieren van het laatste legsel kunnen
nog in Augustus worden gevonden. Aangezien de broedduur ongeveer drie
weken bedraagt, is de datum van 12 Sept. hoewel niet abnormaal laat, toch wei
merkwaardig
[gratis pdf] [english summary]
|