SCHAANK JRH (1937) De broedvogels van den Wieringermeerpolder in 1936. LIMOSA 10 (1): 22-32.
van van Do b ben (2), 0 P deC 0 u I (7) en mij (10) uit die
jaren, daar Fee k e s door zijn dagelijkschen wetenschappelijken arbeid
in dezen polder vee! gelegenheid had de avifauna te bestudeeren.
De resultaten, op het gebied der avifauna, waar Fee k e s toe komt, zijn
o.a. samengevat in de lijst op p. 222-223 van zijn proefschrift, die,
evenals het kaartje op p. 288 van zijn dissertatie, hierbij door mij wordt
overgenomen (zie p. 23 en 24-25).
Het droogmalen van het land geschiedde van 10 Febr. 1930-21 Aug.
1930. Uit de lijst blijkt dus, dat gedurende het droogmalen reeds het
broeden van enkele vogels op de eerst drooggevallen gronden begon. Een
omstandigheid, waarmee de eventueele onderzoekers naar het verloop van
den vogelstand in den aanstaanden N.O. polder, terdege rekening dienen
te houden, vooral met het oog op de groote uitgestrektheid van dien
polder en de moeilijke toegankelijheid van de zoo juist drooggevallen gronden.
Ook dit jaar had ik, evenals het vorige, de volle medewerking van den
heer J. L. H. H a z e I 0 0 p, onderwijzer te Slootdorp en lid van de "Club
van Zuiderzeewaarnemers", bij het verzamelen van gegevens over den
broedstand. Enkele waarnemingen werden gezamenlijk gedaan.
Tevens zijn Ir G. W. H arm sen en Ir. W. A. B 0 sma zoo vriendelijk
geweest om mij bijzonderheden, die zij bij hun arbeid in den polder op
vogelgebied aantroffen, te melden.
Van den heer J. A. N ij k amp, leeraar in Plant- en Dierkunde te den
Helder, ontving ik een verslag van een, door hem gemaakte tocht door
de Wieringermeer en de lage landjes bij den Afsluitdijk nabij Ewijksluis.
Persoonlijk heb ik meerdere tochten ondernomen van uit Medemblik en
heb ik een week van mijn vacantie, van 4 tot en met 10 Juni, mijn intrek
genomen in Hotel Smit te Slootdorp om mij die dagen geheel aan het
onderzoek te kunnen wijden, daar anders het bereiken, van zelfs maar
een globaal overzicht van de broedvogels, niet meer mogelijk is.
In tegenstelling met verleden jaar heb ik de, eigenlijk buiten de Wieringermeer gelegen, lage landjes grenzende aan den Zuidkant van den Afsluitdijk
nabij Ewijksluis, in mijn onderzoek betrokken, omdat hier verleden
jaar legsels van den steltkluut gevonden waren. Dit jaar is deze vogel
door mij niet aangetroffen.
Volgens Ir G. W. H arm sen waren deze landjes dit jaar over het algemeen
minder bevolkt dan in 1935
[gratis pdf] [english summary]
|