Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

SPAANS AL & WIT AAN DE (1986) Korte bijdragen: Plaatstrouw van Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus aan broedkolonie. LIMOSA 59 (1): 38-38.

Kleine Mantelmeeuw Larus fuscus In de loop van deze eeuw is de Kleine Mantelmeeuw in ons land, nadat de soort zich er in 1926 had gevestigd, een talrijke broedvogel geworden (1984: ruim 18000 paar). De verdeling van de aantallen langs de kust is evenweI zeer ongelijkmatig (figuur 1). De kolonie op Terschelling (1984: 13 000 paar) steekt met kop en schouders boven de andere vestigingen uit. Het is dan ook de enige kolonie waar de soort vanaf de eerste vestigingspogingen jaarlijks heeft gebroed. In de andere kolonies kreeg de soort pas later definitief een voet aan de grond. Het lijkt er dus enigszins op dat de huidige grootte van de kolonies samenhangt met het tijdstip waarop de soort zich ter plekke heeft gevestigd. Het verspreidingspatroon doet vermoeden dat er een grote plaatstrouw is aan de geboorte- en broedkolonie. De resultaten van het Nederlandse ringonderzoek geven hierover echter nauwelijks informatie, omdat eigen ringmeldingen niet aan het Vogeltrekstation behoeven te worden doorgegeven (R. D. Wassenaar). In mei-juni 1984 hebben

[gratis pdf] [english summary]



limosa 59.1 1986
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster