BIJLSMA RG (1984) Over de broedassociatie tussen Houtduiven Columba palumbus en Boomvalken Falco subbuteo. LIMOSA 57 (4): 133-139.
Boomvalk Falco subbuteo Houtduif Columba palumbus In de eerste helft van deze eeuw doken in de literatuur geregeld berichten op over concentraties broedende Houtduiven Columba palumbus in de omgeving van boomvalknesten Falco subbuteo (Thijsse s.a., Naumann & Naumann 1905, Ashley 1918, Soffel 1922, Tinbergen 1932, Scholze 1933, Roberts 1936, Gebhardt 1941). Sindsdien hebben vele auteurs dit fenomeen bevestigd (Wigman s.a., Ptlugbeil 1960, Valverde 1967, Morata 1971, Kos 1973, Fiuczynski 1978, Wessman 1978, Olsanik 1979). Ook bij de Torenvalk Falco tinnunculus (Wittenberg 1958, Bijlsma & de Roder 1983) en Zwarte Wouw Milvus migrans (Valverde 1967, Cain & Hillgarth 1974) werd het associatie-verschijnsel opgemerkt. Algemeen wordt aangenomen dat de Houtduiven in de nabijheid van Boomvalken worden gevrijwaard van roofgespuis, zoals Thijsse (s.a.) dat formuleerde (zie ook Tomialojc 1979). Cain & Hillgarth (1974) veronderstellen dat de broedassociatie een wederzijds voordeel betekent, namelijk bescherming tegen predatoren voor de Houtduiven en waarschuwing van Boomvalken door de duiven bij naderend gevaar. Collar (1978) heeft er echter op gewezen dat er aanzienlijke individuele variatie bestaat in de tolerantie van Boomvalken ten opzichte van Houtduiven. In dit artikel wordt op grond van waarnemingen op de ZW-Veluwe nestplaatskeuze, broedseizoen en broedsucces van Houtduiven die bij Boomvalken broeden beschreven en vergeleken met vogels die niet in de buurt van Boomvalken broeden (Bijlsma 1978, 1980a).
[gratis pdf] [english summary]
|