Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(1981) Recensie: Ruitenbeek, W. & Andersen-Harild, P. 1979. De Knobbelzwaan. LIMOSA 54 (1): 35-35.

RUITENBEEK, W. & ANDERSEN-HARILD, P. 1979. De Knobbelzwaan. Kosmos, Amsterdam. 95 p. Prijs f 22,50.

Dit boekje werd door de eerste auteur vertaald en van aanvullende gegevens over de Nederlandse situatie voorzien. Op vlotte wijze en voorzien van vele fraaie foto's en duidelijke tekeningen schetst de tweede auteur de situatie van de Knobbelzwaan in Denemarken.
      In de hoofdstukken over verspreiding, trek en broedbiologie worden veel interessante gegevens van eigen onderzoek verwerkt. In een apart hoofdstuk worden de verschillen tussen de Deense en Engelse populatie vergeleken. De Nederlandse situatie komt meer overeen met de Engelse dan met de Deense. Over de broedkolonies van Knobbelzwanen, in Europa aIleen bekend uit Denemarken en Engeland, alsmede over de verschillen in aanwas en sterfte tussen deze koloniezwanen en de solitair broedende zwanen wordt in aparte hoofdstukken geschreven. Het hoofdstuk over de zogenaamde "Poolse zwaan" geeft enige inzicht in het voorkomen van deze witte variant in Denemarken en Nederland. Het boekje wordt afgesloten met een paar hoofdstukjes over Kleine en Wilde Zwaan. Van deze laatste wordt opgemerkt dat er in het broedgebied in Zuid-Zweden concurrentie met de Knobbelzwaan optreedt. De vertaler heeft bij de verschillende hoofdstukken de Nederlandse situatie beschreven welke goed past bij de oorspronkelijke tekst.
      In het voorwoord worden de verschillen tussen de Deense en Nederlandse populatie in het kort weergegeven. Dat de Nederlandse broedvogels in kleine groepen (10-100) mien is niet geheel juist; bete"r is te spreken van enkele tientallen tot enige honderdtallen. Groepen van meer dan 1000 vogels worden weI gezien in de Grevelingen en vroeger gebeurde dit ook weI een enkele maal op het IJsselmeer. De vermelding in het voorwoord dat de Knobbelzwaan vogelvrij is, is onjuist en in tegenspraak met het geschrevene op pagina 20. Terecht merkt de schrijver op dat de bescherming juridisch onbevredigend werkt. Het gegeven dat de volwassen vogels gaan broeden in het gebied waar ze als jong werden geringd (:27), is in Denemarken weI maar in Nederland nog onvoldoende bewezen. Al met al echter een goed leesbaar en informatief boekje.

Recensie van Th. A. Renssen

[gratis pdf] [english summary]



limosa 54.1 1981
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster