(1981) Recensie: Blok, A. & Dybbro, T. 1980. De Blauwe Reiger. LIMOSA 54 (1): 35-35.
BLOK, A. & DYBBRO, T. 1980. De Blauwe Reiger.
Kosmos, Amsterdam. 79 p. Prijs f 22,50.
De Blauwe Reiger tezamen met De Knobbelzwaan en
De Zilvermeeuw zijn de eerste drie deeltjes in de serie
Kosmos Vogelmonografieen. Deze reeks beoogt op
populair-wetenschappelijke wijze een beeld te geven
van het leven van een aantal vogelsoorten. Deze drie
deeltjes zijn vertalingen en/of bewerkingen van boekjes
die de uitgeverij Skarv in een dergelijke serie in
Denemarken uitbrengt. In 1981 komen de volgende
drie deeltjes uit waarvan twee origineel Nederlandse
teksten zijn: De Kleine Rietgans (J. Philippona) en De
Boornvalk (R. Bijlsma).
De oorspronkelijke (Deense) teksten zijn vooral
bij De Knobbelzwaan en De Zilvermeeuw erg gericht
op de situatie in Denemarken. In dergelijke gevallen
is een Nederlandse bewerking zeker op zijn plaats.
Dit is gebeurd bij D.e Knobbelzwaan en in nog sterkere
mate bij De Blauwe Reiger. De bewerking van De
Blauwe Reiger was in vertrouwde handen van Alfred
Blok die al sinds 1963 intensief onderzoek aan deze
soort verricht.
In dit boekje worden op overzichtelijke wijze allerlei
aspecten van het leven van de Blauwe Reiger behandeld.
Het zwaartepunt ligt op het broeden (helft
van de tekst) terwijl ook onderwerpen als mogelijke
schade, milieuvergiften, leeftijdsopbouw, sterfte en
verplaatsingen aan bod komen. Het is rijkelijk geïllustreerd
met tekeningen (van Jon Fjeldsa) en foto's
(waaronder ook uit eigen land) terwijl ook enkele figuren
(door de bewerker vervaardigd) zijn opgenomen.
Deze illustraties nemen tezamen ruim de helft
van deze uitgave in beslag. Het is jammer dat de Nederlandse
foto's nogal donker uitgevallen zijn en niet
altijd even scherp zijn. Naast de Blauwe Reiger wordt
in het kort ook aandacht besteed aan andere reigersoorten
die in ons land voorkomen.
De tekst is goed geschreven en gemakkelijk leesbaar,
hoewel het hoofdstuk over de leeftijdsopbouw
wat moeilijker stof is. Men zou zich kunnen storen aan
het zinnetje: "Sommige van deze aanrandingen zijn
zeker succesvol" (:38, 40); kennelijk speelt in dergelijke
gevallen allen het standpunt van het mannetje
een rol! (De aanranders zijn meestal juist gepaarde
mannetjes.) In het hoofdstuk over andere reigersoorten
komen helaas enkele onzorgvuldigheden voor die
gemakkelijk vermeden hadden kunnen worden. De
Koereiger wordt in de tekst als mogelijk toekomstige
broedvogel in ons land genoemd maar bij een foto van
een groep Koereigers staat het wat al te stellig: "Een
groep Koereigers, toekomstige broedvogels .in ons
land". Dat het aantal Purperreigers de laatste tien
jaar vrij constant is geweest is niet juist (afname in diverse
kolonies o.a. in de Weerribben). Het verspreidingskaartje
van de Grote Zilverreiger slaat
kennelijk op de winterverspreiding in tegenstelling
tot de kaarten van de andere soorten. Deze kleinighedenden nemen echter niet weg dat dit een goed en aantrekkelijk
boekje is geworden waarmee hopelijk bij
velen de belangstelling voor de Blauwe Reiger wordt
gewekt.
Recensie van E.R. Osieck
[gratis pdf] [english summary]
|