VEEN J (1980) Broedgedrag en broedsucces van een kolonie Dwergmeeuwen Larus minutus in Nederland. LIMOSA 53 (3): 73-83.
De inpoldering van het Lauwerszeegebied in 1969 is gepaard gegaan met het plotselinge verschijnen van grote aantallen Dwergmeeuwen gedurende de voorjaarstrek (maximum 566 ex. in mei 1978). De groepen Dwergmeeuwen die het gebiedbezoeken zijn samengesteld uit juveniele (tweede kalenderjaar) en oude vogels (derde kalenderjaar en ouder). Figuur 2 toont aan dat de juveniele vogels iets later doortrekken dan de oudere individuen. Vanaf 1972 heeft een toenemend aantal Dwergmeeuwen op verschillende plaatsen in het Lauwerszeegebied gebroed (tabel I, figuur 3). De nestplaatskeuze van deze vogels leek in belangrijke mate bepaald door de aard van de vegetatie, het voorkomen van predatoren en het al dan niet aanwezig zijn van kolonies van andere meeuwachtigen (figuur 4). Het broedbiotoop van de Dwergmeeuwen in het Lauwerszeegebied is atypisch voor de soort.
Gegevens over legdatum, legselgrootte en leginterval tussen eieren in eenzelfde legsel zijn weergegeven in tabid 2, 3 en 4. Een studie van het verenkleed van .de broedende vogels heeft aan het licht gebracht, dat m de periode 1975-1978 vrijwel alle vrouwelijke en het merendeel der mannelijke broedvogels betrekking had op individuen die voor het eerst tot broeden kwamen (figuur 5, 6). Dit betekent dat de Dwergmeeuwkolonies in het Lauwerszeegebied elk jaar grotendeels door nieuwe broedvogels bevolkt worden.
De broedresultaten van de Dwergmeeuwen zijn steeds slecht geweest (tabel 5). In de meeste gevallen werden de eieren wei met succes uitgebroed, maar verdwenen de jongen als gevolg van predatie door Kokmeeuwen en in mindere mate ook door Zilvermeeuwen en Torenvalken (tabel 6). Uitvliegende jongen zijn alleen in 1974 en 1978 waargenomen. Het feit dat de meeste jonge Dwergmeeuwen door Kokmeeuwen worden opgegeten is opmerkelijk, omdat er aanwijzigingen zijn dat de Dwergmeeuwen de neiging hebben om zich in de omgeving van een Kokmeeuwkolonie te vestigen. Dit gedrag is ook bekend uit andere broedgebieden en doet vermoeden dat het broeden in de omgeving van Kokmeeuwen voordelen met zich mee brengt. Dat de Dwergmeeuwen in het Lauwerszeegebied zo weinig succesvol zijn wordt in verband gebracht met de jeugdige leeftijd van de broedende vogels. Mogelijk is het gemis aan voorafgaande broedervaring er de oorzaak van dat de Dwergmeeuwen hun jongen soms gedurende lange tijd in open terrein onbewaakt achterlaten, met als gevolg dat de Jongen gemakkelijk aan predatie worden blootgesteld.
Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus = Larus minutus
[gratis pdf] [english summary]
|