Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BIJLSMA RG (1978) Het voorkomen van de Duinpieper Anthus campestris op de zuidwest-Veluwe, Nederland, deel 1: broedtijd. LIMOSA 51 (3): 107-121.

Duinpieper Anthus campestris Nog geen eeuw geleden waren dehoge, diluviale zandgronden in Nederland voor eenbelangrijk dee! bedekt met heidevelden en zandverstuivingen, van oudsher de ideale Duinpieper-biotoop. Desondanks zijn er in de Nederlandse literatuur niet meer dan versnipperde 9pgaven te vinden watbetreft het voorkomen in Nederland, en nog minder met betrekking tot de broedbiologie (Bouma, Vande Peppel & Wigman 1940, Pellinkhof 1925). De streekavifauna's van Midden-Nederland (Alleyn et al. 1971) en Noord-Brabant (Van Erve et aI. 1967) vattende stand van zaken goed samen en geven duidelijk aan, dat er nogal wat lacunes in de kennis over deze in Nederland schaarse broedvogel (CNA 1970) bestaan. Om meer dan een reden leek het me zinvol de Duinpieper een betere behande1ing tegeven: (I) In Nederland bereikt de Duinpieper zijn uiterste westgrens in de verspreiding van het broedareaaldat zich over geheel Europa (met uitzondering van deBritse Eilanden en Noordwest-Frankrijk) uitstrekt van ongeveer 60 0 N zuidwaarts tot het Middellandse Zeegebied en Noord-Afrika en oostelijk tot het Nabije Oosten en Perzie (Voous 1960). Studies van randpopulaties leveren vaak interessante informatie met betrekking tot verschuivingen in verspreiding en gedrag. (2) Op grond van de enorme wijzigingen in grondgebiuik gedureflde de laatste eeuw in Nederland (net zo goed als daarbuiten) lijkt een verandering in de status van de Duinpieper voor de hand te liggen. Nauwkeurige informatie hierover ontbreekt. (3) Herhaaldelijk wordt er in de buitenlandse literatuur (zie. vooral Ahlen 1972, Gatter 1970, Niebuhr & Greve 1961, Norup 1963) op gewezen dat de Duinpieper beschikt over een behoorlijk aanpassingsvermogen waardoor de biotoopkeuze minder beperkt is geworden dan hij een eeuw geleden was. Daarbij is het opvallend dat vooral sterk door mensen beinvloede gebieden bezet worden en de soort zijn schuwheid lijkt te verliezen. Op geen enkele wijze blijkt dit uit de ter beschikking staande literatuur voor de Nederlandse situatie. In dit artikel wil ik voora] broedbiologisch gerichte aspekten van een kleine populatie Duinpiepers op de Zuidwest-Veluwe belichten en een voorzichtige link leggen met het verleden en de toekomst van de status van deze piepersoort.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 51.3 1978
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster