Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

HAVERSCHMIDT F (1973) Waarnemingen aan een populatie Bonte Vliegenvangers Ficedula hypoleuca. LIMOSA 46 (1): 1-20.

Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca De Bonte Vliegenvanger, in dit artike! verder Vliegenvanger genoemd, heeft zich als broedvogel in Nederland steeds verder van het oosten naar het westen uitgebreid. Van een stormachtige opmars zoals van de Turkse Tortel Streptopelia decaocto, die zich in betrekkelijk korte tijd over vrijwel het gehele land verspreidde, is hier echter geen sprake. Het is vee1 meer een vrij langzaam' opdringen en een opvulling van het reeds bezette areaal. Reeds in de vorige eeuw werden enkele incidentele broedgevallen geconstateerd en omstreeks 1910 broedde hij al in Twente. Er zijn twee kaarten van de verspreiding in Nederland.: de eerste van 1942 (Haverschmidt 1942) en een latere van 1961 (Van def Ven 1961). Het verschil is opvallend, maar ook de laatste kaart is thans stellig verouderd. Op de kaart van Stresemann en Portenko (1960), waarop het verspreidingsgebied van de soort is afgebeeld, wordt de westgrens gevormd door een lijn van Antwerpen (waar hij ook thans nog slechts zeer incidenteel broedt (Lippens en Wille 1972) naar Harendermolen, waar in 1937 een broedgeval werd vastgesteld. Oak deze lijn is thans ver overschreden, want het huidige broedgebied bestrijkt de gehele Veluwe en reikt in het westen tot het oostelijk dee! van de provincie Utrecht en het Gooi (Alleyn e.a. 1971). De Avifauna van Nederland (1970) vermeldt: Vrij schaarse broedvogel, voornamelijk van de provincies Noord Brabant, Gelderland en Overijssel, die zich na 1940 belangrijk heeft uitgebreid, vooral in Twente en de Achterhoek, doch ook naar het noorden en het westen. Deze opgave is niet geheel juist en ook onvolledig, want Van Erve e.a. (1967) vermelden voor Noord Brabant slechts vier broedgevallen in deze eeuw, hetgeen niet wijst op een talrijk voorkomen in deze provincie. Bovendien zijn Twente en de Achterhoek reeds lang niet meer bij uitstek de streken, waar de Vliegenvanger het meest voorkomt. Hij is thans een talrijke broedvogel in het bosgebied van de gehele provincie Overijssel, westelijk tot de Staatsbossen van Staphorst, evenals in de bosrijke streken van Drente en Zuidoost Friesland. Over het gehele land beschouwd komt hij weI het talrijkst voor ten oosten en ten noorden van de Gelderse IJsse!.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 46.1 1973
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster