STRAATEN J VAN DER & BERGH LMJ VAN DEN (1970) Voorkomen van de Kwartelkoning Crex crex in Nederland in 1969. LIMOSA 43 (3): 138-151.

Doordat een deel der vogels reeds begin mei aankomt en dan ook gaat broeden (Braaksma 1962), is het broedresultaat zeker beter dan door Van der Straaten en Meijer (1969) verondersteld werd. Het staat niet vast dat regelmatig uitwisseling met andere delen van Europa plaats vindt. Een uitgebreid ringonderzoek zou hierop een antwoord kunnen geven. Wel staat vast, dat negatieve factoren de Nederlandse populatie, evenals de populatie in andere landen sterk be?nvloed hebben. De ontwatering van zijn biotoop en het steeds vroegere tijdstip waarop gemaaid wordt zijn wel de belangrijkste. In de uiterwaarden speelt de ontwatering geen rol. Het verdient daarom zeker overweging tot stappen te kamen, waarbij aan negatieve factoren paal en perk gesteld wordt. In de uiterwaarden zijn de grootste gevaren: Vroege maaitijd, gebruik van kunstmest, intensieve beweiding en recreatie. Het lijkt ondoenlijk maatregelen tot beperking van deze factoren voor ieder geval afzonderlijk te treffen. Als hier echter geen maatregelen getroffen worden, zal een van de vogelrijkste gebieden van Nederland genivelleerd worden. Voor de Kwartelkoning zou dit de genadeslag betekenen. Men mag zeker niet de conclusie trekken, dat gezien het relatief grote aantal Kwartelkoningen, dat nog in Nederland broedt, de bescherming van het Kwartelkoning-biotoop niet urgent zou zijn. Het aantal Kwartelkoningen is zeker niet toegenomen sinds de publicatie van Braaksma (1962). Door een intensievere methode is het gelukt een groter percentage van het totale aantal te tellen. De aanwezigheid staat of valt echter met de aanwezigheid van extensieve landbouw en het onder water lopen van de uiterwaardgebieden. De enige oplossing is de aankoop van het gehele uiterwaardgebied van de grote rivieren door een natuurbeschermingsinstantie. Bij een dergelijke aankoop van de uiterwaardgebieden zou voor vele andere min of meer bedreigde soorten (Woudaapje, Roerdomp, Porceleinhoen, Paapje, Dodaars, Kwartel, Sprinkhaanrietzanger en Blauwborst) een belangrijk biotoop veilig gesteld worden. Trouwens ook uit dit onderzoek blijkt weer hoe belangrijk de uiterwaarden van onze grote rivieren zijn. Tevens willen wij nog alle medewerkers aan ons onderzoek hartelijk danken voor alle moeite en tijd, die zij dag en nacht ter beschikking stelden. Zander hun hulp zou dit onderzoek onmogelijk geweest zijn Kwartelkoning Crex crex

[gratis pdf] [english summary]