FABRITIUS HE (1965) Terek Ruiters Tringa terek op Schiermonnikoog. LIMOSA 38 (1): 1-1.

Op 18 augustus 1963 maakte ik met zeven anderen, waaronder Thera Fabritius, Marijke Klomp en H. Fey, een excursie over het wad bij Schiermonnikoog. De wind was NW (kracht 2); het was geheel zonnig, met een enkel wolkje; temperatuur 18? C. Er waren veel vogels, waaronder Kanoetstrandlopers, Bonte Strandlopers, Steenlopers, Tureluurs en nog vele andere soorten. Plotseling zag ik twee steltlopers, die mij onbekend voor kwamen. Wij beslopen ze tot op 30 m afstand en bekeken ze gedurende 10 minuten met onze 7 X 50 en 10 X 50 kijkers. Hier voIgt de beschrijving: donkere, opgewipte snavel; lichte oogstreep; een iets donkerder streep door het oog, van de snavelwortel tot de achterkop, juist onder de lichte oogstreep; rug grijsbruin gevlekt; buik wit; borst zeer lichtgrijs; bovenkant van de kop donkergrijs; geelachtige poten. In de vlucht: lichte stuit en aan de achterrand van de vleugels een witte streep; geen geluid. Achter de twee vogels zat een Tureluur, die ik ongeveer 4 cm groter schatte; de snavels van de twee vogels waren even groot als die van de Tureluur, de poten veel korter. Gedrag: zij fourageerden tussen de kokkels op het wad en wipten af en toe iets ruiterachtig met de staart, net als Tureluurs. Na eerst de opvallende kenmerken te hebben genoteerd, raadpleegden we de Vogelgids, waarbij aIle acht excursiedeelnemers unaniem tot de determinatie Terek Ruiters kwamen. Terekruiter # Terek Ruiter Tringa terek = Xenus cinereus

[gratis pdf] [english summary]