ORDEN C VAN (1962) Korte mededelingen: Een onwaarschijnlijke terugmelding van een Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus. LIMOSA 35 (1): 170-170.

Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus In het ringverslag van het Vogeitrekstation nummer 44 (1957-1959) komt een terugmelding voor van de Kleine Karekiet die volkomen afwijkt van hetgeen er. over de trek van deze soort tot dusver bekend is. Ret betreft hier het nummer R 51197, geringd als Ie jaars 5-8-1955 Zwarte Meer, teruggemeld 18-5-1957 Kuwait 29.25 N; 48.00 E. De Kleine Karekiet trekt in de nazomer en herfst zuidwest om via westelijk Noord-Afrika de overwinteringsgebieden in tropisch Afrika te bereiken. In het voorjaar trekt deze soort, althans de West-Europese populatie, weer via westelijk Noord-Afrika naar de broedgebieden terug. Aangezien bovengenoemde terugmelding slechts in het raam past van zuidoost trekkende zomergasten - waarvan de Bosrietzanger (Acrocephalus palustris) een van de fraaiste voorbeelden is - lijkt een verwisseling met de Bosrietzanger in het bovengenoemde geval voor de hand te liggen. De Bosrietzanger bereikt de overwinteringsgebieden, die in oostelijk Afrika liggen ten zuiden van Kenya, via Klein-Azie, hetgeen goed geillustreerd wordt met 2 Belgische terugmeldingen, waarvan ~e een uit Cyprus en de ander uit Turkije komt. Ook de terugtrek vindt plaats langs de oostelijke route, waarbij de Arabische woestijn overgestoken moet worden. Ret is de stellige overtuiging van schrijver dezes dat het beslist onverantwoord is om Kleine Karekieten en Bosrietzangers in het veld te determineren als beide soorten op trek zijn. Biotoopkeuze kan dan geen houvast meer geven. Ook in de hand is het determineren van deze twee soorten zeer moeilijk, temeer daar de vleugelformules van jaar op jaar bij dezelfde vogel(!) kunnen verschillen en doordat de formules van beide soorten elkaar aanzienlijk overlappen. Samenvattend zou

[gratis pdf] [english summary]