MÖRZER BRUINS MF (1960) Korte mededelingen. Overzomerende Grauwe Ganzen Anser anser. LIMOSA 33 (1): 53-53.

Overzomerende Grauwe Ganzen Grauwe Gans Anser anser. In juni 1959 vestigde Dr. HARDENBERG van de Directie Faunabeheer van het Ministerie van Landbouw en Visserij mijn aandacht op de aanwezigheid van honderden wilde ganzen in de omgeving van Oude Mirdum (Gemeente Gaasterland). De vogels veroorzaakten schade aan het gra1lland. Het zouden Grauwe Ganzen zijn. De Grauwe Gans is in Lemsterland en Gaasterland langs de IJsse!.meerkust in voor~ en najaar een gewone verschijning. Op de voor~ en najaarstrek passeren er duizenden. Er vertoeven dan geregeld grote troepen Grauwe Ganzen van honderden tot duizenden indivi~ duen op de laaggelegen, weinig toegankelijke graslanden langs de kust. De voorjaarstrek begint al in februari, is het sterkst in maart en april en gaat door tot in meL De aantallen zijn dan doorgaans al niet zo groot meer. In juni, juli en augustus zijn er gewoonlijk geen ganzen. Soms zijn er eind augustus al weer de eerste trekkers. De aanwezigheid in juni en juli in dit jaar van enige honderden Grauwe Ganzen w~s dus bepaald abnormaal. Met Pinksteren ( 17-18 mei) waren er omstreeks 400. Deze fourageerden vee! op het grasland van de landbouwer WESTRA, in de Huitebuurster Buitendijken en in de Huitebuurster Buitenpolder onder Oude Mirdum. Zij bedierven daar plaatselijk het jonge gras en uitgezaaide klaver door hun mest en door het vertrappen van het gewas. De vogels sliepen op de Steile Bank in het IJsse!meer.

[gratis pdf] [english summary]