VLEUGEL DA (1960) Waarnemingen betreffende de areaal-uitbreiding van de Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros in ons land 1942-1950. LIMOSA 33 (1): 6-18.

Naar aanleiding van een oproep aan het eind van een korte bijdrage in Natura 48 (1951), pp. 131-133, over een zeer waarschijnlijke uitbreiding naar het westen van de Zwarte Roodstaart, ontving ik verscheidene brieven. Deze uitbreiding manifesteerde zich vooral bij Den Haag. Hier werden een aantal broedgevallen geconstateerd in 1949 en 1950 door Ir. J. J. WALDORP (1951). In deze jaren werden resp. 4 en 5 paartjes geteld en ook nesten en eieren gevon~ den op de puinvlakten tussen Stadhouderslaan, Scheveningseweg en Adr. Goekooplaan. Dit demonstreerde meteen de voorliefde voor het naoorlogse puin, die ook in Duitsland geconstateerd is (VIERECK, 1949) en eveneens in Engeland (FITTER, 1955). Trouwens, ook de Gekraagde Roodstaart toonde deze voorliefde in het na-oorlogse Duitsland (PEITZMEIER 1949, VIERECK 1949). Er was gevraagd om gegevens over het voorkomen ten westen van de lijn Eindhoven-Amersfoort~Zwolle-Winschoten. De gege~ yens die hieronder worden meegedeeld, betreffen de periode tot en met 1950. Ze zijn meest in 195?1 door mij ontvangen, soms ook in 1952. We zullen hier niet herhalen, wat al door WALDORP en VLEUGEL in Natura meegedeeld is. Behalve van particuliere zijde ontving ik ook mededelingen die bij het Staatsbosbeheer waren binnengekomen. Dit geschiedde door bemiddeling van de heer Sj. BRAAKSMA, waarvoor in het bijzonder hartelijk dank. We zuBen de gegevens regionaal behandelen. Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros

[gratis pdf] [english summary]