Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KIST J (1959) Het voorkomen van roodsnavelige Grauwe Ganzen Anser anser subsp. in Nederland. LIMOSA 32 (4): 201-205.

Resumerend meen ik het volgende te kunnen vaststellen: 1. Het is een vel ornithologisch sprookje. dat de in ons land doortrekkende, pleisterende en overwinterende Grauwe Ganzen alle een peenkleurige (oranjegele) snavel hebben. 2. In ons land komen bij de Grauwe Gans drie snaveltypen voor: a. ganzen met een (ogenschijnlijk) geheel oranjegele snavel de West-Europese Grauwe Gans, die voornamelijk pleisterende doortrekker is (reeds vanaf begin september) en niet of incidenteel bij ons overwintert; b. ganzen met een deels oranjerood, deels roserood geschakeerde snavel: de Poolse Grauwe Gans, die regelmatig in de wintermaanden bij ons pleistert en overwintert; c. ganzen met een geheel roserode snavel: de R u s sis c he Grauwe Gans, die regelmatig. doch in klein aantal bij ons in de wintermaanden pleistert en overwintert. 3, De Russische Grauwe Gans verschilt van de Aziatische Grauwe Gans Ansel' anser rubrirostris, zoals deze door DELACOUR wordt beschreven, doordat hij in het veld niet merkbaar lichter en grijzer van kleur is dan de gewone (westelijke) Grauwe Gans. 4. De drie vermelde typen van Grauwe Ganzen komen in ons land in families of groepen van families voor, waaruit de conclusies zou kunnen worden getrokken. dat wij hier niet te maken hebben met een verschijnsel van individuele variatie, maar met drie (of meer) geografisch en morfologisch onderscheidbare vormen

[gratis pdf] [english summary]



limosa 32.4 1959
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster