SMIT HAW & VOOUS KH (1959) Bladkoninkjes Phylloscopus inornatus tijdens de herfsttrek 1958 in Nederland. LIMOSA 32 (4): 191-192.

Bladkoning # Bladkoninkje Phylloscopus inornatus Het Zoologisch Museum te Amsterdam ontving op 4 december 1958 van de heer K. J. G. LAMPERS, 2e gezagvoerder van het lichtschip Texel. een Bladkoninkje (Phylloscopus inornatus), dat in de nacht van 27-28 november 1958 tegen de lichten verongelukt was. In diezelfde nacht verongelukten hier geen andere vogels. Het exemplaar, dat zich thans als balg in het Zoologisch Museum bevindt. is het vierde Nederlandse museumstuk van deze zeldzame trekvogel uit Siberi?. De gegevens zijn als volgt: nr. 14101, 6, vleugel 55 mm. staart 40.5 mm; gewicht ongeveer 4- gram (mager). Slagpenformule: 2= 8. Snavel: donkerbruin met lichter gekleurde. geelbruine basis van de ondersnavel. Poten: donker hoornbruin. In de herfst van 1958 werd het Bladkoninkje ook vermeld van Den Haag en wel twee exemplaren op 26 oktober en 2 november door Wim TER KEURS en C. A. REGENSBURG DE Mooy (Vogeljaar 6. 1958. p. 86). De beschrijving van deze waarneming boezemt wel vertrouwen in. ofschoon een lichtgele wenkbrauwstreep een wel te fel gekleurde karakterisering van de kenmerken van het Bladkoninkje is, In Groot-Brittanni? werd het Bladkoninkje tijdens de herfsttrek van 1958 driemaal vastgesteld: op 10-12 oktober, 29 oktober en 25 en 27 november (British Birds 51, 1958, p. 529). Van deze data vallen twee ongeveer samen met die van de twee Nederlandse waarnemingen.

[gratis pdf] [english summary]