Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Dingle H. & Khamala C.P.M. (1972) Seasonal changes in insect abundance and biomass in an east African grassland with reference to breeding and migration birds. ARDEA 60 (3-4): 216-221
De insectenfauna van de graslanden van de Athi vlakten bij Nairobi, Kenia, werd gedurende een periode van bijna een jaar bemonsterd door een constant aantal (1.000) slagen met een sleepnet uit te voeren. De monsters werden genomen in de twee natte en in de twee droge seizoenen (zie Fig. 1). De resultaten van deze bemonsteringen worden gepresenteerd in Tabel 1. Ten tijde van de 'langdurige regens' in april/mei werd enige toename in aantal individuen geconstateerd, en een aanzienlijke toename in biomassa (in mg droog gewicht). Ook het aantal gevangen soorten was in mei duidelijk hoger dan in de andere maanden. Deze gegevens ondersteunen de bewering van Owen (l969a) dat de insectenfauna in equatoriaal Oost-Afrika aan belangrijke schommelingen onderhevig is. Het is vooralsnog niet mogelijk aan te geven of de fluctuaties in aantallen dan wel die in biomassa van de insectenfauna de prikkels vormen voor de inzet van de voorjaarstrek van overwinterende palearctische vogels. Deze waarnemingen vullen echter vroegere gegevens over de grootte van de schommelingen in de insectenfauna aan. Deze schommelingen lijken groot genoeg te zijn om als prikkels te kunnen dienen. Anderzijds kunnen ook andere drastische veranderingen in het milieu tot de trek aanzetten, zoals de toename in regenval, in aantal uren bewolkte hemel en in de hoeveelheid groene vegetatie. De meeste vogelsoorten van de savanne en het droge land broeden gedurende het seizoen van de langdurige regens; aangezien deze broedtijd samenvalt met de belangrijkste toename in beschikbaar insectenvoedsel, lijkt het broedseizoen van deze vogelsoorten aangepast te zijn aan het optreden van geschikt voedsel.


[close window] [previous abstract] [next abstract]