Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Dickerman R.W. & Juarez C.L. (1971) Nesting studies of the Boat-billed Heron Cochlearius cochlearius at San Blas, Nayarit, Mexico. ARDEA 59 (1-2): 1-16
In dit artikel worden gegevens vermeld over de broedbiologie van de Schuitbekreiger Cochlearius cochlearius, een middelgrote 'nachtreiger', waarvan de verspreiding beperkt is tot Midden- en Zuid-Amerika. De vogel doet op het eerste gezicht denken aan een Kwak Nycticorax nycticorax. Cochlearius is binnen de reigergroep evenwel een afwijkende soort door zijn brede, platte snavel, die de vorm heeft van een omgekeerde boot (vandaar de naam Schuitbekreiger). De soort broedt in kolonies samen met diverse andere reigersoorten. Het broedseizoen valt aan de westkust van Mexico, waar de auteurs hun onderzoek verrichtten, in de regentijd, die daar van juli tot en met september duurt. De nesten van de Schuitbekreiger werden in de dichtste begroeiing van het mangrovebos aangetroffen. Diverse vogels maakten voor hun nest gebruik van oude nesten van de andere reigersoorten. Tabel 1 vat de gegevens samen over hoogte van het nest boven de grond, dikte van het nest, diepte van de nestkom, 1engte, breedte en gewicht van het nest, en aantal takken in het nest. De legselgrootte van 57 volledige legsels bedroeg 2-4 (gem. 2,4) eieren. De legselgrootte was in het begin van het broedseizoen groter dan aan het einde van het seizoen. De eieren zijn lichtblauw en (voor een reiger heel uitzonderlijk) aan de stompe pool roodbruin gevlekt. Er komen echter ook ongevlekte eieren voor. Tabel 2 geeft een overzicht van de maten en gewichten van eieren uit diverse delen van het verspreidingsgebied. De Schuitbekreiger begint direct of een dag na het leggen van het eerste ei te broeden, waardoor de jongen vrijwel met dezelfde tussenpozen uitkomen als waarmede de eieren zijn gelegd. De soort broedt 26 (soms 25 of 27) dagen. Het voedsel van de jongen bestond uit 2 soorten garnalen en minstens 7 soorten vissen (tot 15 cm lang). Op grond van de conditie van het uitgebraakte voedsel besluiten de auteurs dat de jongen van deze 'nachtreiger' ook in de vroege ochtenduren nog worden gevoerd. Het artikel eindigt met een discussie over de systematische plaats van de soort binnen de reigergroep door de eerstgenoemde auteur. Deze is van mening dat de Schuitbekreiger het best als een monotypisch genus in een afzonderlijk tribus kan worden geplaatst en niet, zoals thans gebruikelijk is, als een aparte familie naast de Ardeidae.


[close window] [previous abstract] [next abstract]