Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Amat J.A., Varo N., Sánchez M.I., Green A.J & Ramo C. (2014) Female-biased sex ratio in moulting Black-necked Grebes Podiceps nigricollis in southern Spain. ARDEA 102 (2): 207-212
Het wetlandgebied rondom de monding van de Odielrivier in het zuidwesten van Spanje is een belangrijk ruigebied voor Geoorde Futen Podiceps nigricollis. Elk jaar, in de periode van eind juli tot begin december, verzamelen zich grote aantallen ruiende Geoorde Futen in de ondiepe zoutpannen in het gebied. Bij de Geoorde Fuut dragen beide ouders bij aan de broedzorg. Na afloop van de broedperiode vertonen beide geslachten een ruitrek. Daarom lijkt het aannemelijk dat mannetjes en vrouwtjes naar dezelfde ruigebieden trekken. Dit onderzoek toont aan dat de geslachtsverhouding van de ruiende Geoorde Futen in het Odielgebied sterk afwijkt van een 1:1 ratio. Er verblijven hier veel meer vrouwtjes dan mannetjes. Dit blijkt uit de vangstgegevens uit de jaren 2006–2012, waarin 5821 ruiende Geoorde Futen gevangen werden voor het ringonderzoek. Elk jaar werden het geslacht en de leeftijdsklasse (juveniel of adult) van een groot deel van de gevangen vogels op het oog vastgesteld (78,1–91,1% van de gevangen vogels in een gegeven jaar). Veel van deze vogels werden meermalen in het Odielgebied gevangen (aantal vangsten inclusief hervangsten, n = 12.107). Terugmeldingen van in het Odielgebied geringde Geoorde Futen kwamen uit een groot gebied, dat zich uitstrekt van Centraal-Rusland in het noordoosten tot aan Marokko en de Canarische Eilanden in het zuiden. Van 309 vogels werd een bloedmonster verzameld om het geslacht vast te kunnen stellen door middel van een DNA-analyse. Hieruit bleek dat de geslachtsbepaling op het oog in 85% van de gevallen correct was. Ook waren er geen significante verschillen tussen de berekende geslachtsverhouding op het oog en die gebaseerd op de DNA-analyses. In elk van de zeven onderzochte jaren bleken er significant meer adulte vrouwtjes dan adulte mannetjes te zijn (1,58–4,23 vrouwtjes per mannetje). Bij de juveniele vogels werd geen scheve verhouding tussen mannetjes en vrouwtjes gevonden. Een verschil in de verblijfstijd tussen mannetjes en vrouwtjes kan de afwijkende geslachtsverhouding bij de adulte vogels niet verklaren. Het tijdsinterval tussen de eerste en laatste vangst van individuele vogels in het gebied verschilde namelijk niet tussen beide geslachten. De afwijkende geslachtsverhouding van de ruiende Geoorde Futen in het Odielgebied staat in sterk contrast met de waargenomen geslachtsverhouding (1:1) in Noord-Amerikaanse ruigebieden. Een mogelijke verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat de meren waarop de Amerikaanse vogels ruien, een veel grotere draagkracht hebben dan de Europese ruigebieden. Daardoor kan een groot deel van die populatie Geoorde Futen daar terecht, terwijl in Europa de kleinere ruigebieden eerder verzadigd raken. Individuen die wat later wegtrekken, vooral vrouwtjes en juveniele vogels, worden hierdoor mogelijk gedwongen om vanuit de broedgebieden verder zuidwaarts te reizen op zoek naar geschikte ruigebieden, bijvoorbeeld aan de monding van de Odielrivier.


[close window] [previous abstract] [next abstract]