Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Tomé R., Dias M.P., Chumbinho A.C. & Bloise C. (2011) Influence of perch height and vegetation structure on the foraging behaviour of Little Owls Athene noctua: how to achieve the same success in two distinct habitats. ARDEA 99 (1): 17-26
De Steenuil Athene noctua jaagt vaak vanaf een uitkijkpost. In dit onderzoek in Portugal werd het foerageergedrag van de uilen vergeleken in twee habitats met een sterk verschillend aanbod aan zitplekken: een steppeachtig gebied zonder bomen en een parklandschap met Kurkeiken Quercus ilex rotundifolia. Het voedselaanbod, voornamelijk insecten, was in beide gebieden vergelijkbaar. Het gedrag van bij daglicht jagende Steenuilen werd in 29 verschillende territoria onderzocht: de aard en de hoogte van de uitkijkposten, de tijd die er doorgebracht werd, de afstand tussen de uitkijkpost en de plek waar de uil een prooi probeerde te pakken, of de afstand die de uil overbrugde naar de volgende uitkijkpost. Ondanks de grote verschillen in structuur tussen de habitats, was de zoektijd naar prooien vergelijkbaar, evenals het percentage aanvallen dat een prooi opleverde. In de steppe waren alleen stenen als uitkijkpost beschikbaar en de uilen kozen daar de hoogste plekken (met een gemiddelde van 0,77 m). Hoe groter de steenhoop was des te groter de afstand waarop een prooi werd gepakt. Dit wijst erop dat de uilen baat hadden bij een hogere uitkijkpost doordat ze prooien op een grotere afstand ontdekten. In het parklandschap gingen de uilen niet op de hoogste plekken zitten (de uitkijkposten waren op 2,67 m, terwijl de bomen gemiddeld 4,99 m hoog waren). De afstand waarop een prooi werd ontdekt verschilde niet tussen de habitats. Dat was tegen de verwachting omdat de uilen in het parklandschap hoger zaten en daardoor meer prooien zouden kunnen ontdekken. Vermoed werd dat het voordeel van de hogere uitkijkposten in het parklandschap teniet gedaan werd door de dichtere begroeiing tussen de bomen wat het zicht op prooien belemmerde. De Steenuilen hadden daardoor in het parklandschap de hoogste kans op succes door een middelhoge uitkijkpost te kiezen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]