Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Platteeuw M., Foppen R.P.B. & van Eerden M.R. (2010) The need for future wetland bird studies: scales of habitat use as input for ecological restoration and spatial water management. ARDEA 98 (3): 403-416
Over geheel Europa zijn wetlands in omvang afgenomen, hebben ze hun oorspronkelijke dynamiek verloren en zijn ze gefragmenteerd geraakt als gevolg van een geleidelijke toename van het menselijk landgebruik. Deze processen hebben geleid tot belangrijke verliezen in natuurwaarden, waarvan rijkdom aan moerasvogels er één is. Ecologisch herstel van wetlands is in principe een haalbare kaart, maar kan op zichzelf gemakkelijk als te duur worden beschouwd, ondanks initiatieven als de EU Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Versterking van wetlands binnen het Natura 2000 netwerk (Speciale Beschermingszones onder Vogel- en Habitatrichtlijn) heeft betere kansen in combinatie met een ruimtelijke aanpak van het waterbeheer gericht op het voorkómen van overstromingen en wateroverlast. Onderzoek naar schaaleffecten in habitatgebruik door moerasvogels kan worden gezien als een essentieel onderdeel van de ruimtelijke planvorming met betrekking tot ecologisch herstel en waterbeheer (bijvoorbeeld ter voorkoming van ongewenste overstromingen). Met de opgedane kennis kan rekening worden gehouden in de ruimtelijke ordening. We onderscheiden vier niveaus van habitatgebruik door moerasvogels, en van elk geven wij voorbeelden van de consequenties voor de grootte en onderlinge samenhang van de habitats. Die vier niveaus zijn: (1) vogels op pleisterplaatsen langs de trekroute, (2) territoriaal broedende vogels, (3) in kolonies broedende vogels, en (4) vogels in hun overwinteringsgebieden. Dit vergt ecologische samenhang op drie verschillende schalen, te weten op het niveau van internationale trekroutes, op het regionale niveau van landschappen en op het lokale niveau van individuele wetlands. Wij propageren dat moerasvogel-ecologen zich zouden moeten wijden aan de kwantificering van relevante gegevens over habitatgebruik op elk van deze drie schaalniveaus, terwijl ruimtelijke planvormers zich zouden moeten beijveren om deze gegevens in te brengen in de realisering van duurzaam waterbeheer. Een dergelijke aanpak zou wellicht het tij kunnen doen keren voor ernstig bedreigde moerasvogelsoorten.


[close window] [previous abstract] [next abstract]