Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

D'Elbee J. & Hemery G. (1998) Diet and foraging behaviour of the British Storm Petrel Hydrobates pelagicus in the Bay of Biscay during summer. ARDEA 86 (1): 1-10
Het Stormvogeltje komt in Frankrijk aan de Atlantische kust op ten minste 20 plaatsen als broedvogel voor (460-500 paren in 1968-1970, 350 paren in 1987-1989). De kolonies worden net als elders alleen 's nachts door de broedvogels en bezoekende, niet-broedende exemplaren bezocht. Broedende vogels houden zich overdag schuil in de nestholtes. De pelagische levenswijze van het Stormvogeltje heeft tot de algemeen geaccepteerde veronderstelling geleid dat het meeste voedsel van deze zeevogels op open zee, ver uit de kust, wordt verzameld. Toch werden op verschillende plaatsen in Europa, en lang niet alleen rond de bekende broedkolonies, opvallend vaak Stormvogeltjes in mistnetten gevangen, al dan niet aangetrokken door het afspelen van op band opgenomen geluid. Deze vangsten en enkele verspreide waarnemingen van overdag langs de kust foeragerende exemplaren suggereren dat Stormvogeltjes misschien meer tijd in de kustwateren doorbrengen dan tot dusverre werd aangenomen en het is mogelijk dat het foerageergebied van Stormvogeltjes zich bijvoorbeeld 's nachts zelfs tot de kustwateren uitstrekt. De veronderstelling dat Stormvogeltjes niet alleen ver op zee foerageren werd onderzocht aan de hand van opgebraakte voedselresten van 's nachts in mistnetten gevangen Stormvogeltjes (zonder gebruik te maken van afgespeeld geluid) op twee locaties aan de Franse kust (Banneg Eilanden in Bretagne (48°50'N, 4°30'W) en Biarritz, Aquitaine (43°30'N, 1°30'W) aan de kust van de Golf van Biskaje). Van in totaal 339 verzamelde prooiresten konden er 279 worden geïdentificeerd (Tabel 2-3). In totaal konden 32 taxa worden onderscheiden, waaronder Bazaantjes Velella velella (Coelenterata), rondwormen (Nematoda), pijlwormen (Chaethognatha), roeipootkreeftjes (Copepoda), zeepissebedden (Isopoda), mosselkreeftjes (Ostracoda), rankpotigen (Cirripedia), krill (Euphausiacea), larven van tienpotigen (Decapoda), vis (Ichthyoplankton) en plantenzaden. Ichthyoplankton vormde de belangrijkste voedselsoort in massapercentages. Zooplankton werd aanmerkelijk minder vaak aangetroffen dan bij eerdere dieetstudies van deze soort. Zowel in Bretagne als Biarritz was net iets meer dan de helft van de geïdentificeerde prooien van Oceanische/Neritische herkomst. Een zeer aanzienlijke fractie bleek echter afkomstig uit de intergetijdengebieden (Tabel 4). Het foerageren in de kustwateren kan een aantal belangrijke voordelen hebben voor Stormvogeltjes. De van open zee terugkerende Stormvogeltjes kunnen in de kustzone aanvullend voedsel verzamelen, waardoor ze tegelijk de duur en lengte van de voedselvlucht naar open zee kunnen beperken en meer tijd kunnen spenderen aan het zoeken van voedsel. De prooidieren in de kustwateren komen plaatselijk in veel hogere concentraties voor dan op open zee en deze 'patches' kunnen wellicht vrij eenvoudig op de geur worden opgespoord. De duisternis maakt dat de vogels weinig risico's lopen voor toch meestal dagactieve predatoren zoals meeuwen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]