Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Lu X. & Zheng G.M. (2005) Cooperative young-caring behaviour in a hybrid population of White and Tibetan Eared-pheasants in Tibet. ARDEA 93 (1): 17-24
In de naaldbossen van het laaggebergte van Centraal-China en Tibet leeft de Witte Oorfazant Crossoptilon crossoptilon. Het laaggebergte wordt langzaam ontbost en de jachtdruk is hoog, waardoor de soort als kwetsbaar wordt aangemerkt. De Tibetaanse Oorfazant C. harmani (die ook wel als een ondersoort van C. crossoptilon wordt beschouwd) is zelfs een bedreigd taxon. In oostelijk Tibet komt deze soort samen met C. c. drouyni voor en vormt daar een natuurlijke, stabiele, hybride populatie, die lokaal algemeen is. De auteurs hebben het voortplantingsgedrag van deze hybride populatie bestudeerd en hun resultaten vergeleken met gepubliceerde beschrijvingen van het broedgedrag van Witte Oorfazanten uit andere populaties en dat van Bruine Oorfazanten C. mantchuricum. Ze beschrijven dat in het vroege voorjaar de groepen oorfazanten uit de hybride populatie uit elkaar vielen, doordat de mannetjes en vrouwtjes paarbanden vormden. Niet-broeders werden solitair of sloten zich aan bij andere niet-broeders of bij een paartje. De vrouwtjes bebroedden de eieren alleen. In tegenstelling tot de Bruine Oorfazanten bleven de mannetjes niet in de buurt om het nest te bewaken, maar sloten zij zich tijdens de broedfase aan bij groepen niet-broeders. Na het uitkomen van de eieren zochten de mannetjes de familiegroep weer op en namen ze actief deel aan het begeleiden van de jongen. De waargenomen groepen verschilden van samenstelling. Er ontstonden groepen rond kuikens uit een enkel broedsel of rond een cluster van verscheidene broedsels (gemengde broedsels). Grotere groepen met gemengde broedsels werden alleen laat in het broedseizoen waargenomen. Dertien eenheden van enkele broedsels en zes met gemengde broedsels worden in detail beschreven. Om te bepalen wie de ouders waren, werd een groep met opzet een paar maal verstoord. Individuen die de kuikens herhaaldelijk beschermden, werden als ouders aangemerkt. Van de 13 enkele broedsels werd één broedsel begeleid door alleen het vrouwtje, vier broedsels werden vergezeld door beide (veronderstelde) ouders, en de overige acht broedsels door de ouders samen met enkele andere (sub)adulte vogels. De zes groepen met gemengde broedsels bestonden alle uit de oudervogels plus enkele (sub)adulte vogels. In de grotere groepen werden de jongen door verscheidene volwassen vogels gevoerd en ook de subadulte vogels hielpen vaak mee om voor de jongen voedsel te zoeken. De auteurs concluderen dat de hybride oorfazanten een coöperatief zorgsysteem hebben: in de loop van het seizoen ontstaan er clusters van verschillende individuen rond afzonderlijke en gemengde broedsels, die gezamenlijk voor de kuikens zorgen. Bruine Oorfazanten en andere ondersoorten van de Witte Oorfazant dan drouyni vormen ook groepen tijdens het broedseizoen, maar een coöperatieve broedzorg is voor deze taxa van het geslacht Crossoptilon nooit beschreven. De auteurs veronderstellen dat de broedzorg van niet-broedvogels deels een gevolg van is het gezamenlijk optrekken met broedende mannen tijdens de broedfase. Als de mannen zich later weer bij hun partner aansluiten, volgen zijn groepsgenoten hem.


[close window] [previous abstract] [next abstract]