Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Adriaensen F. & Dhondt A.A. (1990) Territoriality in the continental European Robin Erithacus rubecula rubecula. ARDEA 78 (3): 459-465
In deze studie werden Roodborstjes, voorzien van kleurringen, simultaan gevolgd in drie verschillende habitats nabij Antwerpen (België): park, bos en tuinen. De territoria en het territoriaal gedrag van de continentale ondersoort van de Roodborst (Erithacus rubecula rubecula) wordt vergeleken met de resultaten van studies over de Britse ondersoort (E. r. melophilus). De gemiddelde territoriumgrootte (najaar: 0,36 ha, broedseizoen: 1,31 ha) was vergelijkbaar met de Britse gegevens. Tuin- en bosterritoria waren groter dan parkterritoria (najaar: 0,48 t.o.v. 0,21 ha, broedseizoen: 1,49 t.o.v. 0,85 ha). De verhouding van najaarsterritoriumgrootte op broedterritoriumgrootte was relatief kleiner dan in alle Britse studies (0,3 t.o.v. 0,5). In het park en de tuinen waren de territoria van mannetjes die tijdens het broedseizoen ongepaard bleven kleiner dan territoria van reproductief succesvolle mannetjes. In tegenstelling met de Britse gegevens overwinterde slechts een klein aantal wijfjes en waren najaarsterritoria van wijfjes kleiner dan die van mannetjes. Mogelijk is het verschil in overlevingswaarde tussen territoria waarin zowel gebroed als overwinterd kan worden, en territoria waarin dat niet kan, groter in België dan op de Britse eilanden. Roodborsten vertoonden een voorkeur voor dichte en/of immer-groene vegetatie. Extra voedsel tijdens de winter bleek een belangrijke factor te zijn in de geschiktheid van een gebied als overwinteringplaats.


[close window] [previous abstract] [next abstract]