Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Carrascal L.M., Alonso J.C. & Alonso J.A. (1990) Aggregation size and foraging behaviour of White Storks Ciconia ciconia during the breeding season. ARDEA 78 (3): 399-404
Dit artikel gaat over het voordeel van foerageren in groepen. In dit geval zijn Ooievaars bestudeerd uit een broedkolonie in Midden Spanje, in de buurt van El Escorial. Er bestaan twee relevante hypothesen: (1) het foerageren in groepen geeft een betere bescherming tegen predatie, en (2) het foerageren in groepen leidt tot een toeneming in de foerageerefficiëntie. Hoewel deze vooronderstellingen elkaar niet uitsluiten, kunnen ze wel afzonderlijk onderzocht worden. De voorspellingen die uit beide hypothesen volgen, zullen elkaar slechts ten dele overlappen. Beide bleken geldig te zijn. Bij de eerste hypothese passen de volgend resultaten: De tijd besteed aan waakzaam zijn was negatief gecorreleerd (vooral een effect op de duur van vlagen van waakzaamheid) aan de groepsgrootte. De tijd besteed aan rusten en poetsen bleek positief gecorreleerd (Fig. 1). Er was geen duidelijk verband tussen groepsgrootte en de frequentie waarmee het foerageren werd onderbroken door waakzaamheid. De volgende resultaten passen bij de tweede hypothese: waakzaamheid wordt ondermeer weerspiegeld door de locomotiehouding. Ooievaars die alleen foerageren, lopen meer met de kop hoog, dan ooievaars die in groepen foerageren. De absolute, maar ook de netto voedselopname van solitair foeragerende ooievaars blijkt inderdaad kleiner te zijn dan die van individuen in groepen, vooral wanneer dat grote groepen zijn (Tabel 1). Interessant is dat de groepsgrootte toeneemt naarmate er verder van de kolonie gefoerageerd wordt (Fig. 3). Dit kan worden geïnterpreteerd als en afweging van de kosten van een grote reis tegen de baten van foerageren in een grote groep.


[close window] [previous abstract] [next abstract]