Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Zwarts L. (1985) The winter exploitation of Fiddler Crabs Uca tangeri by waders in Guinea-Bissau. ARDEA 73 (1): 3-12
De wenkkrab Uca tangeri is voor een aantal vogelsoorten, dat op het wad van Guinee-Bissau voedsel zoeken de belangrijkste prooi (Tabel 1, Fig. 3). De grootteselectie is voor deze soorten verschillend (Fig. 7). De minimale prooigrootte kan worden verklaard met de optimale foerageertheorie. De hanteertijd neemt toe met prooigrootte (Fig. 5), maar de gewichtstoename is nog groter (Fig. 2), met gevolg dat de kleine prooien het minst lonend zijn (Fig. 6). Wanneer de voedselopname omhoog gaat, worden deze kleintjes geweigerd (Tabel 2). Voor de vogels die de krabben uit hun holen halen (Heilige Ibis, Wulp en soms Regenwulp) wordt de maximale prooigrootte bepaald door de afnemende bereikbaarheid (Fig. 4). Ook de keelgrootte is een beperkende factor (Fig. 8). De Regenwulp is de belangrijkste vogelpredator. Het prooirisico werd berekend (Fig. 9). De meeste soorten pakken de kleine Uca's, maar omdat deze ook het talrijkst zijn is het risico van een Uca om gegeten te worden toch maximaal voor de grootste wenkkrabben. Slechts 5% van de Uca's wordt in hun holen gevangen; de meesten worden gevangen wanneer ze op de oppervlakte zijn om te foerageren of te baltsen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]