Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

van der Molen E.J., Blok A.A & de Graaf G.J. (1982) Winter starvation and mercury intoxication in Grey Herons (Ardea cinerea) in The Netherlands. ARDEA 70 (2): 173-184
Tijdens een korte koudegolf in januari en februari 1976 deed zich een opvallende sterfte voor onder de in Nederland overwinterende Blauwe Reigers Ardea cinerea. Dit had in het aansluitende broedseizoen een teruggang met 19% van de populatie tot gevolg. Uit analyse van 41 gestorven individuen, afkomstig uit het westen van het land, bleek de aanwezigheid van relatief hoge kwik- en seleenresiduen in lever en nieren. Bij minstens 5% was zonder meer sprake van letale kwikbelastingen in de lever (meer dan 400 ppm). Bij 20% van de reigers (concentraties van meer dan 160 ppm in de lever) kan de combinatie met stress veroorzaakt door winterkoude en ondervoeding eveneens letaal zijn geweest. De gevonden gehaltes lopen sterk uiteen: leverkwik 1,6-773, leverseleen 1,5-23,2, nierkwik 0,9-700 en nierseleen 2,7-14,4 ppm (alle waarden gemeten in ppm droge stof, Tabel2 en Figuren 1 en 2). Er werd geen relatie gevonden tussen de gehaltes en geslacht, leeftijd, conditie en broedervaring van de vogels. Geconcludeerd wordt dat de accumulatie grotendeels heeft plaats gevonden tussen de laatste najaarsrui en de vorstperiode van 1976. Op een na alle reigers met gehaltes in de lever boven 160 ppm werden aangetroffen in een beperkt gebied in het noorden van Noord-Holland (regio A van Fig. 1). In genndustrialiseerde gebieden werden gehaltes gevonden die niet verschilden van die in de overige agrarische gebieden. Deze gehaltes bleven in het algemeen beneden de 100 ppm. De in het noorden van Noord-Holland gevonden waarden liggen 4 tot 10 maal hoger dan tot nu toe bij vogels in Nederland vastgestelde waarden. De molaire verhoudingen van kwik en seleen varieerden van 1:10 in de nieren tot 15:1 in de lever. Er was een lineaire correlatie tussen kwik- en seleenresiduen in de nieren, maar in de lever nam de hoeveelheid seleen verhoudingsgewijs af bij toenemen van het kwikgehalte (Figuren 3 en 4). Bij de meeste reigers waren zowel kwik als seleengehaltes in de lever hoger dan in de nieren. Ais primaire bron van de hoge kwikbelasting in het noorden van Noord-Holland wordt, gezien de herkomst van de vogels, gedacht aan een locaal sterk gebruik van fungiciden in de landbouw.


[close window] [previous abstract] [next abstract]