Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Rauter C.M., Brodmann P.A. & Reyer H.U. (2000) Provisioning behaviour in relation to food availability and nestling food demand in the Water Pipit Anthus spinoletta. ARDEA 88 (1): 81-90
Om jongen in het nest (nestblijvers) groot te kunnen brengen, moeten oudervogels voldoende voedsel aanslepen. Wanneer het voedselaanbod varieert, zal ook de inspanning die de ouders leveren, varieren: bij een laag aanbod zullen de ouders zich meer moeten inspannen. In deze studie aan Waterpiepers Anthus spinoletta is onderzocht hoe de ouders zouden kunnen compenseren voor een laag voedselaanbod. Daartoe is het foerageer gedrag van 40 paren gevolgd. De paren kenden rond hun nesten grote verschillen in prooiaanbod: in de rijkste territoria werd 400 maal zo veel potentieel voedsel aangetroffen als in de armste. Toch verschilden de paren niet in het aantal grootgebrachte jongen, of in het gewicht of de grootte van de jongen. Paren in territoria met een laag voedselaanbod bestreken niet meer gebied en brachten ook niet minder vaak per foerageeruur prooien aan. Ook besteedden ze niet meer tijd per uur aan foerageren. Wei werd meer voedsel aangebracht met het ouder worden van de jongen (en de daarmee gepaard gaande grotere vraag om voedsel) en tijdens koude dagen. Hoewel geen gegevens verzameld konden worden over het totaal aantal foerageeruren per dag en over de hoeveelheid aangebracht voedsel per nestbezoek, suggereren deze resultaten toch dat ook ouders in 'arme' territoria nog zoveel voedsel ter beschikking hadden, dat ze niet of nauwelijks harder hoefden te werken dan vogels in rijke territoria. Blijkbaar was er dus in alle territoria ruim voldoende voedsel aanwezig. Alleen koude deed de vogels harder werken: ze lijken dus baat te hebben bij warme zomers. Of het broeikaseffect een positieve bijdrage zal leveren aan het broedsucces van deze soort wordt echter betwijfeld. Klimaatmodellen voorspellen namelijk naast een toenemende kans op warme zomers (goed voor deze soort op korte termijn) ook veranderingen in de vegetatie in de Alpen. De boomgrens zal hoger komen te liggen, wat ten koste gaat van het areaal daarboven gelegen graslanden. de habitat van de Waterpieper in de Alpen.


[close window] [previous abstract] [next abstract]