Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Bensusan K.J., Garcia E.F.J. & Cortes J.E. (2007) Trends in abundance of migrating raptors at Gibraltar in spring. ARDEA 95 (1): 83-90
Rond de Middellandse Zee liggen verscheidene punten waar roofvogels zich door de lokale topografie laten stuwen om de kortst mogelijke oversteek tussen Europa en Afrika te kunnen maken. Gibraltar is zo’n punt. Benoorden de Middellandse Zee is het de belangrijkste oversteekplaats van roofvogels die van thermiek gebruikmaken. Eerdere analyses van roofvogeltrek over Gibraltar behandelden de najaarstrek, vooral omdat deze zich over een smaller front afspeelt dan de voorjaarstrek. In het voorjaar is de spreiding groter, maar tijdens westenwinden concentreert de trek zich op de rots van Gibraltar. In de loop van de afgelopen decennia zijn hier systematische tellingen van roofvogeltrek gehouden, echter met hiaten die het niet toestaan een complete tijdreeks te presenteren. Om niettemin een indruk te krijgen van eventuele veranderingen in doortrek in de tijd, worden hier twee redelijk goed gedekte tijdvakken met elkaar vergeleken: 1967–77 en 1999–2004.Van de tien talrijkste passanten vertoonden Zwarte Wouw Milvus migrans, Sperwer Accipiter nisus en Dwergarend Hieraaetus pennatus een significante toename van respectievelijk 54%, 75% en 65%. Deze constatering komt overeen met bevindingen in de broedgebieden, waar eveneens forse toenames zijn geconstateerd. Twee soorten waren duidelijk in aantal afgenomen, namelijk Wespendief Pernis apivorus en Buizerd Buteo buteo. Van Wespendieven is bekend dat ze in grote delen van West- en Noord-Europa in aantal afnemen, maar een lusvormige trekbaan kan niet helemaal worden uitgesloten (in najaar via Gibraltar, in voorjaar via Italië). De afname van Buizerds klopt niet met de enorme toename in de Europese broedgebieden. De toch al geringe stroom richting Afrika is nagenoeg opgedroogd, vermoedelijk omdat Buizerds dichter in de buurt van hun broedgebied zijn gaan overwinteren. Misschien dat hier klimaatsverandering mede een rol speelt. De overige soorten lieten geen duidelijke aantalsverandering zien, namelijk Aasgier Neophron percnopterus (ondanks afname in broedgebied), Vale Gier Gyps fulvus (ondanks zeer sterke toename in Spanje), Slangenarend Circaetus gallicus (lichte toename in Spanje), Bruine Kiekendief Circus aeruginosus (sterke toename, maar breedfronttrekker die in het voorjaar wel in de Centraal-Mediterrane regio is toegenomen als passant) en Grauwe Kiekendief Circus pygargus (breedfronttrekker). Systematische tellingen van roofvogeltrek op stuwpunten kunnen, in samenhang met onderzoek in de broedgebieden, nuttig zijn om grootschalige veranderingen te detecteren. Daarnaast kunnen fenologische veranderingen worden bijgehouden in de timing van de doortrek, die mogelijk onder invloed van klimaatsveranderingen plaatsvinden.


[close window] [previous abstract] [next abstract]