Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Denac D. (2006) Resource-dependent weather effect in the reproduction of the White Stork Ciconia ciconia. ARDEA 94 (2): 233-240
Het is bekend dat het broedsucces van vogels zowel door de plaatselijke voedselomstandigheden als door de heersende weersomstandigheden worden beïnvloed. Ooievaars Ciconia ciconia bijvoorbeeld zijn niet alleen zeer productief in gebieden met een overdaad aan rijke voedselgebieden, maar ook in jaren met hoge temperaturen en weinig regen. Maar de samenhang tussen deze factoren is nog niet eerder onderzocht bij Ooievaars. In dit onderzoek werd daarom de vraag gesteld in hoeverre de relatie tussen broedsucces en weer afhankelijk is van de voedselomstandigheden. Om dat te onderzoeken werden twee gebieden in Slovenië – een in het noordoosten en een in het zuidwesten van het land – geselecteerd die sterk in voedselrijkdom verschilden, maar qua weersomstandigheden vergelijkbaar waren. Het onderzoeksgebied in het noordoosten (1026 km2) was relatief voedselarm, het gebied in het zuidwesten (658 km2) zeer voedselrijk. Gedurende vijf jaren werd in de twee gebieden het broedsucces (gedefinieerd als het aantal uitgevlogen jongen per broedpaar) van de Ooievaars vastgesteld. Ondanks de grote verschillen in weersomstandigheden tussen de jaren bleek het broedsucces in het voedselrijke gebied geen verband te vertonen met de gemeten weersvariabelen (omgevingstemperatuur en de hoeveelheid neerslag gedurende het broedseizoen). Het voedselarme gebied daarentegen liet een volledig ander patroon zien: maar liefst 70% van de jaarlijkse variatie in broedsucces was te herleiden tot verschillen in het weer. De sterkste invloed werd gevonden voor de hoeveelheid neerslag in mei en de gemiddelde temperatuur in juni, met respectievelijk een negatief en positief effect op het broedsucces. Kortom, de gevoeligheid voor weersomstandigheden tijdens het broedseizoen kan voor naburige Ooievaarpopulaties sterk verschillen afhankelijk van de voedselrijkdom van het gebied. Gesuggereerd wordt dat de gevonden verschillen in broedsucces tussen de gebieden veroorzaakt kunnen zijn door (1) een direct voedseleffect (meer voedsel betekent een snellere groei van de jongen met een hogere overlevingskans), en (2) de thermoregulatie in het nest (de grotere broedsels in voedselrijke gebieden zouden minder last van kou en regen hebben doordat de jongen elkaar beter warm houden).


[close window] [previous abstract] [next abstract]