Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Mols C.M.M., van Noordwijk A.J. & Visser M.E. (2005) Assessing the reduction of caterpillar numbers by Great Tits Parus major breeding in apple orchards. ARDEA 93 (2): 259-269
In appelboomgaarden kunnen Koolmezen Parus major schade door rupsen aan het fruit voorkomen. Een model van Mols (2003) voorspelt dat de mate van schadereductie voornamelijk beïnvloed wordt door de uitkomstdatum van de jongen van de Koolmees en het aantal broedparen in de boomgaard. In dit artikel testen we deze voorspellingen en onderzoeken we hoe de uitkomstdatum van de jongen en het aantal broedparen in de boomgaard het totaal aantal verwijderde rupsen beïnvloeden. Als eerste berekenen we het totaal aantal bezoeken van ouders met jongen aan de nestkast, en wel op twee manieren: met behulp van een lichtsluisje met een teller en via de gewichtstoename van de jongen. Deze laatste methode geeft een overschatting van het aantal bezoeken als er niet gecorrigeerd wordt voor selectie op prooigrootte door de Koolmezen. Met behulp van de gegevens met de teller laten we zien dat het aantal bezoeken toeneemt met de kalenderdatum en met de broedselgrootte, maar dat er geen effect is van uitkomstdatum van de jongen op het totaal aantal gevoerde prooien over de gehele opgroeiperiode. Vervolgens hebben we de gegevens over het aantal bezoeken gebruikt om te berekenen welk deel van de in een biologische boomgaard aanwezige rupsen door de Koolmezen wordt verwijderd. Wanneer er drie broedparen in de boomgaard broeden (een gemiddelde bezetting) wordt 23% van de rupsen verwijderd. Dit percentage loopt op tot 49% wanneer al het voedsel zoeken binnen de boomgaard zou gebeuren.


[close window] [previous abstract] [next abstract]