Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Slagsvold T. & Johansen M.A. (1998) Mass loss in female Pied Flycatchers Ficedula hypoleuca during late incubation: Supplementation fails to support the reproductive stress hypothesis. ARDEA 86 (2): 203-211
Bij veel vogelsoorten met nestblijvende jongen wordt het lichaamsgewicht van de ouders in de loop van de broedtijd lager. Dit kenmerkende gewichtsverlies van vrouwtjes, met name bij het uitkomen van de eieren, werd lange tijd opgevat als een aanwijzing, dat de ouderlijke zorg een aanzienlijke aanslag op het welbevinden en de energiereserves van de oudervogels betekent (de zogenaamde 'reproductive stress'-hypothese). Maar het zou natuurlijk ook kunnen dat gewichtsverlies een aanpassing is om ervoor te zorgen dat de oude vogels veiliger en efficiënter kunnen foerageren en voedsel voor de jongen kunnen aanbrengen, omdat ze met een lager lichaamsgewicht wendbaarder zijn en lagere vliegkosten hebben. De 'reproductive stress '-hypothese werd getoetst door vrouwelijke Bonte Vliegenvangers Ficedula hypoleuca de laatste dagen voor en tijdens het uitkomen van de eieren extra voer te geven door meelwormen in kleine koffiebekers naast het vlieggat in de nestkast te plaatsen. Deze experimenten werden 32 keer paarsgewijs uitgevoerd, waarbij iedere keer aan een vrouwtje een bekertje met meelwormen werd gegeven, en aan een vergelijkbaar vrouwtje een bekertje met houten stokjes (nepwormen). Het lichaamsgewicht van de experimentele vogels daalde altijd met 56% bij het uitkomen van de eieren, en het gewichtsverlies was het grootst bij vrouwtjes die aanvankelijk het zwaarst waren. Hoewel de bijgevoerde vrouwtjes de aangeboden meelwormen altijd opaten, waren er geen verschillen tussen de gewichtsverliezen van vrouwtjes die meelwormen kregen aangeboden, en van vrouwtjes die nepwormen kregen. Dit resultaat wijst erop, dat de gewichtsverliezen tijdens het broeden niet zozeer energetische tekorten weerspiegelen, maar eerder een adaptieve betekenis hebben in de zin dat lichte vogels goedkoper vliegen (en per eenheid ouderlijk energieverbruik meer voer voor de kuikens kunnen aanslepen) en door hun grotere wendbaarheid waarschijnlijk beter kunnen ontsnappen aan de Sperwers die in dit Noorse broedgebied immer op de loer 'liggen'.


[close window] [previous abstract] [next abstract]