Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Kirby J.S., Gilburn A.S. & Sellers R.M. (1995) Status distribution and habitat use by Cormorants Phalacrocorax carbo wintering in Britain. ARDEA 83 (1): 93-102
In dit artikel wordt het wintervoorkomen van Aalscholvers in Groot-Brittannië beschreven aan de hand van de maandelijkse nationale watervogeltellingen georganiseerd door de Wildfowl & Wetlands Trust uit de seizoenen 1987/1988 tot en met 1990/1991. De belangrijkste overwinteringgebieden voor de soort zijn gelegen in ZO-Engeland, NW-Engeland en ZW-Schotland. Gedurende de waarnemingsperiode zijn de aantallen overwinterende vogels naar schatting met zo'n 74% (zo'n 25% per jaar) toegenomen tot ongeveer 19.000. In de loop van het najaar blijkt een steeds toenemend aandeel vogels vanuit de kustgebieden naar wateren landinwaarts te trekken, waar in februari dan ook 50-54% van het totaal wordt vastgesteld. In de zeventiger jaren overwinterde waarschijnlijk slechts een 10% van de vogels in het binnenland. Deze verschuiving naar het binnenland is in de loop der jaren steeds iets vroeger in de herfst opgetreden. De biotopen waar de sterkste aantaltoenamen zijn geconstateerd zijn stuwmeren en (vroegere) steengroeven. De redenen voor deze toename worden gezocht in (1) de toename van de Brits/Ierse broedpopulatie - zo'n 3% per jaar - (2) de toenemende neiging van vogels uit de meest westelijke broedgebieden van sinensis te overwinteren op de Britse Eilanden en (3) een wijziging in het trekgedrag van sommige broedpopulaties, die ertoe heeft geleid dat tegenwoordig minder vogels voor de Frans Atlantische kust overwinteren en meer vogels het Engelse binnenland opzoeken. Intensieve uitzetcampagnes van pootvis over grote gebieden in het binnenland in combinatie met plaatselijke beheersmaatregelen tegen roofvis (o.a. Snoek) hebben ongetwijfeld geleid tot zeer gunstige voedselsituaties voor de Aalscholver in de binnenwateren van Engeland. Vooralsnog zijn er nog maar nauwelijks tekenen dat de draagkracht van deze wateren voor Aalscholvers bereikt is en conflicten met sport- en beroepsbinnenvissers zullen in de toekomst naar verwachting steeds heftiger worden. Er bestaat dan ook grote behoefte aan kwantitatieve gegevens over de invloed van Aalscholvers op vispopulaties in het zoete water.


[close window] [previous abstract] [next abstract]