Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

van Oosten H.H. & Schekkerman H. (2021) Female-biased adult sex ratio in relation to sex-specific adult and first-year survival, fledgling sex ratio and dispersal in a migratory passerine. ARDEA 109 (1): 55-65
De geslachtsverhouding onder volwassen vogels is een belangrijke demografische variabele in populaties. Deze verhouding speelt bijvoorbeeld een rol in paarsystemen en de levensvatbaarheid van populaties. Desondanks wordt deze geslachtsverhouding maar weinig bestudeerd, waardoor de oorzaken van een scheve ratio binnen populaties vaak onbekend zijn. Onbalans in de geslachtsverhouding kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van een scheve verhouding bij de uitgevlogen jongen of een hogere overleving van een van beide geslachten. Uit meta-analyses blijkt dat vogelpopulaties in de regel relatief meer mannen bevatten en dat een hogere overleving onder mannen hiervan de oorzaak is. In dit artikel zijn we opzoek naar de oorsprong van een door vrouwen gedomineerde geslachtsverhouding in een relictpopulatie van Tapuiten Oenanthe oenanthe in het Vogelduin bij Castricum (3–24 broedende vrouwen in 2007–2017). Omdat 88% van de individuen gekleurringd was, van 95% van alle uitgevlogen jongen het geslacht bekend was en omdat Tapuiten zeer plaatstrouw zijn, konden we de volgende parameters nauwkeurig bepalen: de geslachtsafhankelijke (1) volwassenoverleving, (2) overleving van uitgevlogen jongen, (3) emigratie uit de onderzoekspopulatie en (4) de geslachtsverhouding bij uitgevlogen jongen. Het blijkt dat de volwassenoverleving noch de jongenoverleving hoger is voor mannen dan wel vrouwen maar wel dat er meer zonen uitvliegen dan dochters, vooral uit late nesten. Misschien zijn vrouwen algemener slechts doordat meer mannen dan vrouwen uit de populatie zich elders vestigen, zonder dat het mannenoverschot onder uitgevlogen jongen, een eventuele hogere overleving van mannen of immigratie van mannen voor deze emigratie compenseert. Mogelijk speelt een mannenoverschot aan het einde van de broedtijd een rol (door een groter aandeel mannen uit de late broedsels): van jonge Tapuiten is bekend dat zij de keuze waar volgend jaar te broeden al in hun geboortejaar maken; dan zou een mannenoverschot aan het eind van het broedseizoen mannen kunnen doen besluiten zich elders te vestigen, terwijl vrouwen zich juist aangetrokken voelen door een mannenoverschot.


[close window] [previous abstract] [next abstract]