Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

van der Vliet R.E., van Dijk J. & Wassen M.J. (2010) How different landscape elements limit the breeding habitat of meadow bird species. ARDEA 98 (2): 203-209
Weidevogels hebben een voorkeur voor een open landschap met zo min mogelijk landschapselementen die hun blikveld in de weg staan. Op deze manier kunnen predatoren op tijd worden opgemerkt en weggejaagd. Ook platte landschapselementen, zoals wegen, zouden een verstoring van het blikveld kunnen opleveren door de bewegingen van de gebruikers van die elementen op de achtergrond. Het resultaat van deze verstoringen zou kunnen zijn dat weidevogels een afstand tot dergelijke landschapselementen aanhouden bij de selectie van een geschikte plek om te broeden, met als gevolg een verminderde dichtheid in vergelijking tot een situatie waarbij deze elementen er niet zouden zijn geweest. Wij hebben in de literatuur gezocht of hiervoor aanwijzingen zijn te vinden voor Scholekster Haematopus ostralegus, Kievit Vanellus vanellus en Grutto Limosa limosa. De resultaten van dit literatuuronderzoek laten zien dat deze soorten inderdaad een afstand aanhouden tot beide typen landschapselementen. Voor snelwegen en stads- en dorpsranden kan die afstand meer dan een kilometer bedragen. De grootste verstoringsafstand werd gevonden voor wegen met een hoge gebruikersdruk. Maar ook natuurlijke elementen, zoals bosranden en rietvelden, hebben een negatieve invloed op vestigingsmogelijkheden voor weidevogels. De soorten verschillen wel in hun tolerantie ten opzichte van de vestigingsmogelijkheid in zulke gebieden. De Scholekster is het meest tolerant, de Grutto het minst. Wij beargumenteren waarom de inrichting van het landschap aandacht verdient tijdens de planning van beleid.


[close window] [previous abstract] [next abstract]