Ardea
Official journal of the Netherlands Ornithologists' Union

login


[close window] [previous abstract] [next abstract]

Goss-Custard J.D., McGrorty S. & Durell S.E.A. le V. dit (1996) The effect of Oystercatchers Haematopus ostralegus on shellfish populations. ARDEA 84 (A): 453-468
In het estuarium van de Exe (ZW. Engeland) lijkt het erop dat de broedval van Mossels Mytilus edulis alleen in staat is zich blijvend te vestigen en de eerste winter te overleven tussen de byssus draden van soortgenoten > 1 jaar. De draden geven vermoedelijk bescherming tegen de predatie door de Strandkrab Carcinas maenas. Dus: naarmate meer oude Mossels aanwezig zijn, des te meer jonge Mossels kunnen opgroeien. Scholeksters consumeren gedurende de winter zo'n 30% van de grote Mossels en zouden daarmee de mogelijkheden tot bescherming van de jonge Mossels verminderen, hoewel de groeisnelheid van de overgebleven Mossels voldoende toeneemt om dit verlies te compenseren. Hancock (1971 & 1973) vond daar en tegen in de Burry Inlet (Z. Wales) dat de broedval van Kokkels Cerastoderma edule negatief werd beïnvloed door de aanwezigheid van grote dichtheden van adulte Kokkels. Het effect van Scholeksters op Kokkels was in dit geval precies het omgekeerde als het effect van Scholeksters op Mossels in de Exe: een groot deel van de broedval van de Kokkels was in staat zich te vestigen en te overleven, hoewel dit effect vermoedelijk voor een deel werd veroorzaakt doordat de predatie van krabben kleiner is bij een geringe dichtheid van adulte Kokkels. Scholeksters hebben weinig invoed op de aanwas van beide soorten in het geval dat de broedval zich op een andere plek vestigt dan de adulte schelpdieren. Aan de andere kant zijn Scholeksters waarschijnlijk in staat een aanzienlijk aantal individuen uit de grote grootte klassen weg te eten, waarvan zowel zij al de commerciële visserij afhankelijk zijn.


[close window] [previous abstract] [next abstract]